zaterdag 7 september 2013

Het was eb...


'Het was eb; het strand was honderden meters breed. Nadat ze bij een kraan aan de kant van de boulevard de waterzak gevuld hadden, daalden ze af naar de door elkaar wriemelende drukte van het strand, zeulden hun zwaarbeladen fietsen door het mulle zand tussen al die halfblote, zonnebadende, stoeiende en spelende mensen en kinderen door, tot ze dicht bij de waterlijn een stevige zandlaag onder de voeten kregen. Daar konden ze zelfs fietsen en ze reden, met Chris voorop, in de richting Katwijk. Natuurlijk fietste Wim door het water en Kees, die zijn schrik nu pas te boven kwam, volgde zijn voorbeeld. De golven spoelden over hun wielen en één keer, toen een hoge schuimbedekte golf bruisend aan kwam rollen, moesten ze hun benen optillen om niet nat te worden. Maar Jaap wist, dat het zoute water het metaal van zijn nieuwe kar zou kunnen aantasten en hield wijselijk zijn velgen droog.'

Uit: Jaap en Gerdientje. Het leven is zo mooi. Leesboek voor de lagere school. Tiende deeltje voor het zesde leerjaar. Door Anne de Vries, met tekeningen van Tjeerd Bottema. 3e dr. 's-Gravenhage, 1956, p. 116-117.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten