donderdag 17 oktober 2024

Porlock Weir – South West Coast Path (60)

Een klein paradijs aan zee! Zo eindigde een van mijn vorige berichten. Want zo mag je Porlock Weir wel noemen. Op die paar vierkante mijl is er van alles waar je blij van wordt. Behalve die mooie pub in cottagestijl ook nog een deftig hotel, een koffiebar, een galerietje, een museumpje zelfs. Van die laatste twee maak ik een verkleinwoord, want ze beslaan het oppervlak van een kleine kamer.

We vinden ze, met aan het begin een paar loodsen voor boten, in het rijtje gebouwtjes dat het dorp uit loopt naar zee, de wildernis in, tegenover het haventje achter de hoge sluisdeuren.

De wildernis.

Daar liggen een paar vissersbootjes en plezierjachten en is het gebouwtje van de Porlock Weir Gig ClubGigs, dat zijn roeiboten waarmee ze hier op zee wedstrijden doen. Ieder dorp heeft zijn eigen gig club.*

Buiten de sluisdeuren, in wat je zou kunnen noemen een voorhaven, ligt een rij zeilboten. Ga je over de sluisdeuren, over de loopbrug die daaroverheen ligt, dan kom je bij een rijtje cottages in zachte pasteltinten. Drie verschillende pasteltinten. Ik weet niet of ik dat nou mooi vind. Eén kleur voor de drie huisjes had ook goed geweest.

Rechts naast de cottages is de hoge kademuur waar de sluisdeuren in hangen en waar je lekker uit de wind kan zitten tegen nog een andere muur die langs de kade loopt. Aan een hoge mast hangt de Union Jack. Een dorp met een pub, een haventje en een vlag. Wat wil je nog meer!

Op de kiezeldijk die achter de cottages en muur ligt, staat nog een merkwaardig gebouwtje. Het is een bunker (type 24) uit de Tweede Wereldoorlog. De kant die naar het land gericht is lijkt wel een gezicht, met ogen, een neus en een mond.

Op de schuine kant, die naar zee gericht is, kun je met de kiezelstenen een naam schrijven. Er ligt al een naam, maar die verander ik door een paar kiezelstenen te verplaatsen. De schuine kant is eigenlijk het dak, want de bunker is aan de zeekant verzakt.


Terug over de sluisdeuren kom je langs het kantoortje van de havenmeester, met schuin ervoor een rode boei. Boven de bruine deur op de dakrand staan de telefoonnummers waarop je de Harbour Master kan bereiken: OFFICE 01643 563187, HOME 01643 862154 en MOBILE 07423 283405. De uitbouw op de hoek hoort bij de koffiebar, waarvan de ingang links om de hoek is. Je kan er je stempelboekje van het South West Coast Path laten afstempelen. Het huis rechts van het kantoortje van de havenmeester kun je huren. Het is een mooie plek om te lanterfanten.

Als je langs de koffiebar terugloopt, kom je langs het deftige hotel weer uit bij de pub.

Dan kan je nog de wildernis in, waarover we het hadden aan het begin van dit bericht. Dat is waar het haventje met de vissersbootjes en plezierjachten overgaat in een grasvlakte en eindigt in dezelfde kiezeldijk waarop de bunker staat maar dan helemaal aan de andere kant. Daar kun je om de hoek kijken, en zie je de kliffen tot aan Lynmouth, zo ver.

...dat is waar het haventje met de vissersbootjes en plezierjachten

overgaat in de grasvlakte

en eindigt in dezelfde dijk waarop de bunker staat
maar dan helemaal aan de andere kant.

Daar kun je om de hoek kijken, en zie je de kliffen tot aan Lynmouth, zo ver.

De dijk van kiezelstenen ligt als een halve maan om Porlock Weir heen. Het zal de dam of waterkering zijn waaraan de plaats haar naam te danken heeft, want dat is de vertaling van weir.


* Het bestaan van dit soort clubs laat zien dat deze dorpen nog levende gemeenschappen zijn. Ook Porlock Weir is een dorp waar nog van alles georganiseerd wordt. Zo is er ieder jaar een Weir-fest, een zomerfeest, en wellicht doen ze er zelfs aan Morris dancing, of komen er jaarlijks groepen langs die deze oude volksdans beoefenen, maak ik op uit een schilderij in de pub. In oktober is er een wandelweek.

zaterdag 5 oktober 2024

Bij Dickens in Bath

Dickens' Corner in de Sarecen's Head, met bier met theesmaak, wat niet te drinken is.

Een goede kennis van Ada Lovelace is Charles Dickens. Zij kunnen elkaar ontmoet hebben in Londen, maar ook in Bath, waar de schrijver in de lente van 1835 verblijft. Hij huurt er een kamer in de Sarecen's Head in Broad Street.*

Hij is hier dan als jong parlementair verslaggever maar begint er ook aan het schrijven van zijn eerste roman The Pickwick Papers, Nieuw is dat de roman verschijnt in maandelijkse afleveringen, vanaf 31 maart 1836.

De andere hoek van de Dickens' Corner.

Ook na 1835 komt Dickens nog vaak in Bath, onder andere in 1840 wanneer hij zijn vriend Walter Savage Landor bezoekt op 35 St James's Square. Een gevelsteen herinnert daaraan.

Het hoofdpersonage in The Pickwick Papers zou geïnspireerd zijn op Moses Pickwick, een koetsier van een postkoets op de route Londen-Bath, die later de eigenaar wordt van de pub Hare & Hounds in het dorp Pickwick vlak bij Bath. De pub, uit de 17e eeuw, bestaat nog steeds. Moses Pickwick uit Pickwick... dan vraag je je af: wie of wat was er eerder? De postkoets is hét vervoermiddel in die dagen en Dickens maakt er vaak gebruik van.

Ook op de pakjes Pickwick-thee van Douwe Egberts staat een postkoets afgebeeld. Hoe komt dat zo? De thee bestaat vanaf 1937. De vrouw van de toenmalige directeur was erg gesteld op het werk van Charles Dickens en vooral op zijn eerste roman The Pickwick Papers. Na het lezen van dat boek stelde ze de naam Pickwick voor als merknaam voor de thee. Een koets uit het boek van Dickens werd daarbij verkozen tot beeldmerk.

* Het is de oudste pub van de stad, gebouwd in 1713.

zondag 22 september 2024

De Fairytale Tunnels – South West Coast Path (59)

De boog, voordat je bij de tunnels komt.

Als je voorbij die geheimzinnige poort bent, met torentjes en gebeeldhouwde vogels, merk je dat het pad verandert. Het kronkelt tussen de bomen door. Tot je bij een cove komt, een inham, met het kerkje van Culbone. Daarna kronkelt het weer verder. En net voor Porlock Weir komt er nog iets dat opvalt: tunnels. Eerst een boog en dan twee tunnels. Met daarvoor en daarna hoge muren. Die houden de grond tegen waarboven bomen groeien. Dat is aan de landzijde. En over de tunnels loopt dat door, dat landschap met die bomen, stapsgewijze naar beneden, met daartussendoor allemaal kronkelpaden, tot aan de zee. Die tunnels zijn de Fairytale Tunnels, weet ik na een mailtje aan The Bottom Ship Inn. Ze horen bij een landgoed, met een landhuis dat hier gestaan heeft, Ashley Combe House, gebouwd in 1799, voor Peter King, 7th Baron King, de zevende baron King. Hij woont hier tot zijn overlijden, in 1833.

Ashley Combe House.

Ashley Combe House is dan nog beperkt van afmetingen. Dat verandert als Ada Byron hier komt wonen, in 1835, wanneer zij trouwt met Kings oudste zoon, de ingenieur William King. Ada Byron is de dochter van Lord George Gordon Byron, beter bekend als de dichter Lord Byron. Deze mensen verkeren in de hoogste kringen, onder meer aan het Britse hof. In 1838 wordt William King tot graaf gemaakt: 1st Earl of Lovelace. De titel is door Ada gekozen, aangezien zij een afstammeling is van de baronnen Lovelace of Hurley, een titel die is uitgestorven in 1736. Door haar huwelijk met William wordt Ada gravin: Countess of Lovelace.

Ada Lovelace (1815-1852).

Toch wordt Ada Lovelace, onder haar nieuwe naam, vooral bekend als wiskundige. Zij kan gezien worden als 's werelds eerste computerprogrammeur: voor de door Charles Babbage ontwikkelde 'Analytical Engine' (analytische machine), een voorloper van de computer, schrijft zij het eerste computerprogramma. Zij wordt slechts 36 jaar oud maar is nog niet vergeten, want op 10 december 1980, haar 165e geboortedag, neemt het Amerikaanse ministerie van Defensie een programmeertaal in gebruik die haar naam draagt: Ada.

De 'Analytical Engine'.

Met haar huwelijk brengt zij een flink kapitaal mee, waarmee Ashley Combe House aanzienlijk wordt uitgebreid en verbeterd en omgetoverd tot een huis in Italiaanse stijl, zoals de huizen die je tegenkomt rond de Italiaanse meren, met een klokkentoren. Om het huis worden terrastuinen aangelegd, met daartussendoor een ingewikkeld labyrint van paden en opritten – ingewikkeld als de taal van het programmeren. Er worden duizenden bomen aangeplant, van overal vandaan: 100.000 bomen van het landgoed van William in Schotland, een ceder uit Libanon, en verder cipressen, eiken en kurkeiken, lariksen, appelbomen, bermudaceders en andere soorten. Verspreid tussen de bomen worden in de vorm van folly's decoratieve torentjes en bogen gebouwd. Van dit sprookjeslandschap zal ook de geheimzinnige poort deel hebben uitgemaakt.

De geheimzinnige poort.

De tunnels zijn bedoeld voor de leveranciers, die daardoor naar de leveranciersingang van het huis worden geleid zonder dat de bewoners van het huis ze hoeven te zien. Voor de bouw ervan worden Zwitserse ingenieurs ingezet.

Ondanks de grondige renovatie houdt het huis wel een probleem met de watervoorziening. Daarom laat William bij de rotsachtige kust een badhuisje bouwen, waar alleen Ada toegang toe heeft, via geheime paden en trappen die in het klif zijn uitgehouwen. 

Naschrift: Ashley Combe House wordt in 1974 gesloopt, nadat het ernstig in verval is geraakt. Van het hele complex zijn alleen nog wat overwoekerde ruïnes over. Nog helemaal intact is de oude tolweg, met tolhuis en tolpoort. Naast de twee tunnels waar je doorheen komt als je het South West Coast Path loopt, moeten er nog veel meer zijn. Veel tunnels zijn ingestort of afgesloten.

Meer lezen over Ashley Combe House, zijn bewoners en de tunnels? Ga dan naar de volgende links:

https://porlockholidays.co.uk/Ashley-Combe 

https://www.mineheadonline.co.uk/ashley.htm

https://southwestcoastphotos.com/photo_16431062.html

https://www.theguardian.com/environment/2023/nov/01/country-diary-a-calculated-garden-thats-still-thriving

https://www.exmoorher.co.uk/Monument/MSO7970

woensdag 4 september 2024

Van Lynmouth naar Porlock Weir III – South West Coast Path (57)

De omgekeerde tocht is mooi om mee te beginnen, verstandig ook, omdat we van vooral hogere gedeeltes bij Lynmouth naar lagere gedeeltes bij Porlock Weir lopen, en je op de tweede helft vaker onder de bomen loopt, en dat is lekker als het warmer wordt in de middag.

Het is een lange tocht met veel afwisseling. Officieel 19,5 kilometer (12,1 mijl). Wij meten 20,85 km. Waarover we 6 uur, 42 minuten en 59 seconden doen. Het totale aantal meters geklommen in de hoogte is 987. Tegenover 978 meter in de laagte. Het is 22,2 graden Celsius en als alles klopt zijn er 2294 calorieën verbrand en zijn we 2418 ml vocht verloren. Het is fijn dat Wilma zo'n horloge omheeft waarop we dat allemaal kunnen zien.

Een kilometer of vijf na het begin komen we bij een waarschuwingsbord. Maar het pad is niet afgesloten, dus betreden we het, op eigen risico.



Er zijn hier aardverschuivingen geweest, waarbij hele stukken land in zee verdwenen zijn. Je kan het je goed voorstellen, als je ziet hoe steil het is. Ze hebben het opgevuld met puin. Dat moet uit helikopters gestort zijn. Daarover zijn weer paadjes gemaakt. Het ligt wel vast. Echt gevaarlijk is het niet, maar we zijn blij als we hier voorbij zijn.

Foreland Point Lighthouse.

Op het eind van de puinstortingen is er opeens een vuurtorentje. Dat is altijd leuk. En dan begint het bos.






We komen door een poort die zo in de boeken van Harry Potter had kunnen voorkomen, met torentjes en gebeeldhouwde vogels erop. Het lijkt de toegang tot een landgoed. Er is niets over te vinden, niet in het boekje van Paddy Dillon en ook niet op het wereldwijde web. Hij is er gewoon en wie weet hoelang-ie daar al staat, hij moet oeroud zijn, die poort.

De poort waarvan we de naam niet weten, of waar hij bij hoort. Dat maakt voor het
koninginnekruid (Eupatorium cannabinum) niet uit, het groeit er gewoon bovenop. 

In Culbone worden we verrast door een piepklein kerkje, ook al zo oud. Piepklein, omdat er maar plaats is voor 32 kerkgangers, en oud, omdat het uit de 13e eeuw stamt. Naast de ingang is een doopvont, dat er ook al bijna duizend jaar staat. Mooi bedacht, die plek, voor als je hier voor het eerst naar binnen gaat, als kind. 




Het kerkje is gewijd aan de heilige Beuno. Het plaatsje Culbone zelf moeten die paar huizen zijn aan het eind van de oude begraafplaats. De enige toegangsweg naar het kerkje is het voetpad vanaf Porlock Weir. Dat is nog een wandelingetje van twee mijl. Daar komen we door de mooiste 'toegangspoort' het plaatsje binnen waar we vanochtend zijn vertrokken. We zijn gelijk thuis.

De mooiste aankomstplek, tussen The Bottom Ship Inn (links) en het Porlock Weir Hotel (rechts).

dinsdag 27 augustus 2024

'Een ouderwetse knokpartij'

Waar ik werk, vraagt de chirurg. En wat later: 'Op het Rapenburg heb je toch ook nog een bibliotheekje, daar vooraan?'

'Ja, dat is op de andere hoek van die straat waar ook de Friese bakker zit. Hoe heet het ook alweer? Ik kom zo wel op de naam.'

'Ja, daar. Maar dat is niet zomaar toegankelijk, geloof ik.'

'Ja, het is van een vereniging of stichting, je kan er naar binnen op aanvraag. Ook tijdens de monumentendagen is het niet open.'

...

'De Thisius-bibliotheek. Nu weet ik het weer.'

Ondertussen lig ik onder de doeken om aan mijn oog geopereerd te worden. Mijn handen moet ik op mijn buik leggen. Dat ligt veel rustiger, zegt de operatieassistent. En ook minder koud, onder de deken. Ze doet druppels in mijn oog en niet lang daarna krijg ik in het onderste ooglid een prik om te verdoven. Ik word naar de volgende ruimte gereden, met grote afzuigkappen en lampen, nog kouder. Er gaat een doek met een gat over m'n hoofd, of is dat al gebeurd? Dan begint het. De oude lens wordt uit m'n oog gehaald, kapotgetrild, ik hoor om de zoveel tijd een apparaatje dat trilgeluiden maakt. Wat ik zie is een vaag soort licht dat op het Noorderlicht lijkt. M'n andere oog dat verscholen ligt onder de operatiedoek doe ik dicht. Stel dat er iets scherps op valt, door de doek heen. Ik ben rustig, de oxazepam werkt.

'Dat zijn dus eiwitten die die staar veroorzaken?' vraag ik op een stil moment aan de chirurg.

'U heeft wel heel slecht zicht gehad. In uw geval denk ik eerder aan een bal, een voetbal of een tennisbal, die in uw oog is gekomen, of dat u ooit terechtgekomen bent in zo'n ouderwetse knokpartij.'

'Een ouderwetse knokpartij... dat klinkt spannend. Ik kan het me niet herinneren, maar ik zal eens nadenken.'

Ik hoor hem zeggen dat het lenszakje schoon is. Dan vraagt hij om water. Er spoelt water door mijn oog.

'Lens!' hoor ik de chirurg nu zeggen. Dat is het moment dat de lens hem zal worden aangereikt.

Na een paar minuten is het: 'Het ziet er heel mooi uit, meneer.'

Het oog wordt afgeplakt en ik word de gang op gereden.

woensdag 21 augustus 2024

Porlock – South West Coast Path (56)

Het lijkt erop dat de koets hier volgeladen weer klaarstaat om te vertrekken.

Van Porlock Hill kwam de koets dan Porlock binnendenderen, om halt te houden bij de volgende herberg. Dat was The Ship Inn.* Er was een poort waar de paarden doorheen konden om ververst te worden. Je kon er eten, overnachten en de volgende dag weer fris en verkwikt verder reizen.


The Ship Inn, nog met het uithangbord in dezelfde stijl als toen. De ingang naar de pub was
vroeger naast de koetspoort en bevindt zich nu links van de schoorsteen. 17 september 2023.

Dat daar links naast de koetspoort, op deze foto buiten beeld aan de rechterkant,
de ingang was, zie je nog aan het houten beschot onder het raam.

Wat er ook nog is, is het kleine raampje opzij bij de schoorsteen...

...de schoorsteen, waaronder het heerlijk toeven is.

* Ook wel The Top Ship Inn of korter The Top Ship genoemd, omdat er in Porlock Weir The Bottom Ship (Inn) is. The Ship Inn in Porlock bestond al in de 15e eeuw en is daarmee een van de oudste herbergen in het land.