zondag 25 augustus 2013

Prinsengrachtconcert

Concertgebouworkest op Prinsengrachtconcert 2013

De regen viel met bakken uit de hemel, gisterenavond tijdens het voorprogramma van het Prinsengrachtconcert. Het mooiste moment was tijdens het duet van de Parelvissers, toen de hoosbuien de muziek leken te ondersteunen en voor een dramatisch hoogtepunt zorgden. Dat was jammer voor de muzikanten en zangers en zangeressen van Opera per Tutti, maar ze hielden onder hun paraplu's de moed erin.
Om half tien, toen het de beurt was aan het Concertgebouworkest en de uitzending voor de televisie begon, werd het droog. De weergoden waren het 125-jarig orkest toch nog gunstig gezind. Kippenvel, toen de muziek werd ingezet met de ouverture La forza del destino van Verdi. Al die violen en andere instrumenten, van al die negentig musici, allemaal tegelijk, gepolijste muziek, maar mooi. Het geheel onder leiding van een gedreven Antonio Pappano. Met daarbij de stem van de Maltese tenor Joseph Calleja. De kracht en het enthousiasme waarmee hij de laatste aria 'Nessun dorma' uit Puccini's laatste opera Turandot vertolkte, bezorgde ons opnieuw koude rillingen. Net als Granada van Augustín Lara.


De avond werd besloten met de magistrale Ouverture 1812 van Tsjaikovski, niet met een kanon op het eind maar schietende musketiers.


De beelden uit mijn camera zijn niet zo scherp maar geven een aardige indruk van de onvergetelijke avond. Waarvoor in de week daarvoor 35 vrachtwagens op en neer reden om alles op te bouwen, podium, tribune, bekabeling, enz. enz. Voor wie het gemist heeft, is hier een link naar het programma van de avond.

De herhaling van het Prinsengrachtconcert is te zien op 31 augustus om 13.55 op Nederland 1 en nu al via uitzendinggemist.nl.

donderdag 22 augustus 2013

Lekkage


Je gunt het je ergste vijand niet: geen douche. Deze week kwamen ze met een kango de douchevloer eruit breken en konden we vijf dagen niet douchen. Nu weet ik wat onze ouderen in de bejaarden- en verzorgingshuizen elke week moeten meemaken.

zaterdag 17 augustus 2013

Scrabbelen – Wat ik mis (12)

Scrabbelen. Dat doet me altijd denken aan m'n oma. Je kon niet bij d'r langsgaan of het was: 'Leen, heb je zin om een spelletje te scrabbelen?' Je had niet altijd zin in zo'n hele pot scrabble, maar je deed het toch, omdat je wist dat je haar er een plezier mee deed.
Er werd thee gezet en dan kwam er zo'n hoge, geelwitte plastic bus, of emmer, op tafel, waarin vroeger de frietsaus gezeten had. Daarin zaten de lettertjes. Het originele zakje voor de letters was kapot of weggeraakt. En verder kwam er een nog door m'n opa gemaakte houten molen op tafel: een vierkant blok van ongeveer 12 bij 12 centimeter met een gat in het midden, een in het hout verzonken ijzeren huls. In dat gat, die ijzeren huls, kwam een pin. Dat was een bout waarvan de schroefdraad afgevijld was. Die bout ging door twee kruiselings over elkaar gelegde dunne balkjes, in het midden door een kruisverbinding met elkaar verbonden. De zeskantige kop van de bout zat verzonken in het balkje dat in de kruisverbinding over het andere balkje liep. Op elk van de vier uiteinden van de balkjes was een klein opstaand balkje aangebracht, van ongeveer twee centimeter hoog. Het was met een koperen spijkertje vastgetimmerd met daartussen houtlijm of bisonkit. Dat zag er ongeveer zo uit.


Daartussen werd het scrabblebord gelegd, met de opstaande balkjes in het midden van de zijkanten van het bord. Je kon het dan ronddraaien en naar je toe draaien als je aan de beurt was. Voorzichtig, want het wiebelde.

Ik zie m'n oma nog de letters pakken, met haar hand in die bus. Een voor een en soms twee of drie tegelijk, ondertussen kijkend welke letters ze erbij gepakt had, nadat ze aan de beurt was geweest, en ook alvast weer kijken, door haar bril en over haar bril, terwijl ik nog aan de beurt was en aan het nadenken, van de letters in haar hand en op haar plankje naar het bord, wat ze straks zou aanleggen. Heel gedreven, helemaal in het spel.
Ze wou ook altijd wel heel graag winnen en kwam soms met hele vreemde woorden, waarvan ik nog nooit gehoord had maar die dan volgens haar bestonden. Ja, m'n oma was heel fanatiek met scrabbelen. Ze probeerde het ook altijd wel zo te sturen dat ze zelf op de rode vakjes zou komen, met drie keer de woordwaarde. En hoe vaak ik haar plankje niet heb zien leeggaan, voor vijftig punten extra. Nee, er viel niet makkelijk te winnen van m'n oma.

Altijd maar scrabbelen. Op een gegeven moment, na heel veel jaren scrabbelen, waren de letters op de blokjes zo ver weggesleten en vervaagd dat ik ze met een dun penseeltje opnieuw heb ingeschilderd. Ik denk dat dat al zeker dertig jaar geleden is, maar ik weet nog hoeveel kramp in m'n handen me dat bezorgde.

De balkjes van de molen pasten op de een of andere manier nog in de scrabbledoos, maar dat blok niet meer. Dat lag erbovenop, net als de bus met lettertjes, die erbovenop stond. De scrabbledoos, waarvan de deksel kapot was en aan alle kanten bij elkaar gehouden werd met schildersplakband.



Ik zie het allemaal glashelder voor me, een blauwige scrabbledoos, ik weet het weer, niet het originele spel maar Boardscript, van Jumbo. Die molen die m'n opa gemaakt had. Afgelakt met vernis. Als ik aan m'n opa denk, denk ik aan balkjes, houtjes, mastjes voor z'n bomschuitjes, vernis en koperen spijkertjes. M'n oma die de zeiltjes naaide. Als dat stel uit Parijs dat die bootjes voor op de vijver in het Jardin du Luxembourg maakte.

maandag 12 augustus 2013

Bril uit Berlijn (3)


BERLIJN geeft 38 punten, met de B met drie punten die ook nog eens drie keer de letterwaarde krijgt, en omdat je in het midden op de ster in het roze vakje moet beginnen met scrabbelen, telt het hele woord ook nog eens een keer dubbel. En de J geeft ook nog vier punten. Dubbel dus.


BRIL geeft 14 punten, niet alleen omdat het woord minder letters heeft dan BERLIJN, maar ook doordat je omdat je in het midden op de ster moet beginnen, net niet op het donkerblauwe vakje voor drie keer de letterwaarde komt. Verder mis je de J met vier punten. Dubbel.

zondag 11 augustus 2013

Bril uit Berlijn (2)

Waarom een bril uit Berlijn komt? Kijk maar...

zaterdag 10 augustus 2013

Bril uit Berlijn (1)


Kijk, echt design,
M'n bril uit Berlijn.
Hoef er verder niet te zijn.

www.mykita.com

woensdag 7 augustus 2013

Orgelen doe je in de kerk

Bätzorgel, Vredeskerk, Katwijk.
De laatste keer dat ik hier in de kerk zat, was in de jaren zeventig, tijdens een jeugddienst. Daar moesten we mee naartoe als kinderen. Een kerkdienst met een gitaar en een tamboerijn en een jongen achter een piano: Jan Veenje. Ik vond het niks. Want een gitaar en een tamboerijn en een piano horen niet in een kerk. In een kerk hoort een orgel. We weten allemaal wat er van Jan Veenje geworden is: Jan Vayne. Die man met dat veel te lange haar dat steeds naar voren valt. Wibi Soerjadi heeft dat probleem niet. IJdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid.
Het deugde niet. We hoorden er ook niet, in die kerk. Dat waren de gereformeerden. En wij, wij waren de hervormden, de Néderlands-hervormden. De 'grote kerk', van iedereen. Want Nederlands, dat was iedereen, en hervormd, dat was dus ook iedereen. Het was ook op zo'n rare tijd, die jeugddienst. Halfzes. Terwijl wij normaal altijd om zes uur naar de kerk gingen. Hetzelfde in feite als het RTL-nieuws van tegenwoordig, dat om halfacht het nieuws van het achtuurjournaal al uitzendt.
Het klopte gewoon niet. De kerk had ook geen toren, terwijl die van ons wel een toren had, met een haan erop.
Een gitaar en een tamboerijn en een piano.
Nieuwlichterij was het. Net als die dominee, die tegelijkertijd ook weer geen dominee was, want hij had een pak aan, een gewoon pak. Sipke van der Land. Dat was zo'n fijne man, die kon zo goed vertellen, die moesten we horen. Het was natuurlijk goed bedoeld, dat we daarheen moesten. Die man konden we tenminste begrijpen. Maar nee, in een kerk, een echte kerk, vond ik, hoorde een onbegrijpelijke donderpreek. Zodat je veel om je heen kon kijken, tellen hoeveel raampjes er in een kerkraam zaten, en hoeveel banken er waren, en die weer keer zoveel mensen, of hoeveel pijpen het kerkorgel had. Sipke van der Land. Geen dominee, maar ook geen meneer voor z'n naam. Van de EO. We weten allemaal wat er van de EO geworden is.
Sipke, en een gitaar en een tamboerijn en een piano.
Nee, het voelde niet goed. Orgelen moest je in de kerk.

Orgelen moet je in de Vredeskerk in Katwijk. Heel veel orgelen. Zoals gisteren Wim Magré. Moet je horen!



En zien! Want dat is nieuw: in de kerk kon je ook meekijken naar hoe de organist speelde, via een camera die op z'n handen keek. Meekijken hoe de organist speelde op het Bätzorgel uit 1765. Dat is het oude Oude Kerk-orgel.* Dat is destijds een slimme zet geweest van de gereformeerden, om dat orgel over te nemen van de hervormden.

Maar verder... de Vredeskerk. Vroeger stonden er van die mooie houten bioscoopstoelen in – had mooi gepast bij die projectie op de muur – en was er nog een echte preekstoel. Het is er allemaal vakkundig uit gesloopt. Nu is het interieur modern. Mooi spul hoor, stoelen met blauwe zittingen en witte rugleuningen voor de gemeenteleden. En de dominee, of hoe je die noemen wilt, de meneer of mevrouw die voorgaat, die zit in een hele hippe, hemelsblauwe fauteuil. Gewoon vooraan in de kerk, op een podium. Je moet maar durven, om daarin te gaan zitten. Met nog net geen wieltjes eronder. Met een apart kussentje voor je rug. Achter een altaar, dat wel wat weg heeft van de desk van het naastgelegen VVV-kantoor, maar dan stukken luxueuzer. Beetje katholiek wel eigenlijk. Alleen dat Bätzorgel, dat is nog hetzelfde, daar zijn ze bij de renovatie afgebleven. Gelukkig maar.

* Voor het in de Oude Kerk terechtkwam, stond het in de Doopsgezinde Kerk te Utrecht.

zaterdag 3 augustus 2013

Zomers voordeel


Het psalmenoproer is weer gewoon te koop! Voor een spotprijs. Voorlopig dus even geen kans op winterse avonturen, zoals toen de grote schrijver als een schim van dat talud af kwam toen het vroor dat het kraakte en ie zomaar met dat boek voor m'n deur stond.

donderdag 1 augustus 2013

Grootste kluns


Vanochtend in De Volkskrant in een artikel van Rob van Scheers: 'Mister Bean, Seinfelds Cosmo Kramer, de figuren van Alex van Warmerdam, allemaal zijn ze schatplichtig aan Meneer Hulot. Deze sullige creatie van Jacques Tati trekt – gerestaureerd en wel – vanaf vandaag langs de Nederlandse filmhuizen.' En: 'De creatie van Jacques Tati (1907-1982) heeft zijn bedenker overleefd, het grootste compliment denkbaar. Met zes speelfilms is het oeuvre slechts klein, uniek mag je het ook noemen.'

Te zien in 35 filmhuizen in onder meer Alkmaar, Amsterdam, Utrecht, Zwolle, Hoorn, Breda, Gouda en Groningen. Kijk voor het complete overzicht op eyefilm.nl/tati-tour.

Met dank aan Gerard Brouwer voor het inseinen.