vrijdag 26 april 2024

Honfleur – die andere muurreclame


Blijft over de nogal vage muurreclame met de drie zich herhalende figuren, links naast die van het tafelzout. Na enig googelen in mijn klompenfrans op zoektermen als 'ancienne publicité murale trois figures' kom ik bij dit plaatje uit:


Er staat zoiets als RIPO en daaronder PEINTURE LAQU. Dat laatste moet LAQUE zijn, 'verf'. Als je daarop zoekt kom je al snel de merknaam Ripolin tegen, en nu zie ik dat LIN opeens ook doorschemeren op het plaatje. Met deze woorden combineer ik weer mijn Frans voor oude muurreclames: 'ancienne publicité murale ripolin peintre laque' en krijg ik een duidelijke afbeelding te zien:


De zich herhalende figuren zijn drie schilders met strooien hoedjes op en stofjassen aan. Twee schrijven een tekst op de rug van hun voorganger, de achterste en de middelste, de voorste schrijft vervolgens op de muur. Ze maken reclame voor het merk Ripolin, een lakverf die kan worden gebruikt op metaal, gips, hout en cement, zo maken we op uit wat de laatste opschrijft. In Frankrijk staan de drie bekend onder de van de merknaam afgeleide namen Riri, Polo en Lino. In  oktober1898 figureerden ze in de eerste Franse reclamefilm, waarvan alleen wat foto's bewaard zijn gebleven:


Een echt Frans merk, zou je denken, met die Franse reclameplaat en de strooien hoedjes die de schilders daarop ophebben. En ook de merknaam zelf klinkt helemaal Frans. Toch is Ripolin van oorsprong een Nederlands merk. Op de Franse Wikipedia-pagina lees ik – met behulp van Google Translate – dat een Nederlandse scheikundige van Pruisische afkomst, Carl Julius Ferdinand Riep (1835-1898), in 1887 een proces uitvond om vernissen op olieverfbasis te maken die snel droogden en die hij de naam 'Riepolin' gaf. Hij werkte voor de NV Nederlandsche Stoomverffabriek in Haarlem. Na drie jaar werd de fabricage van de vernis overgenomen door koopman en financier Otto Wilhelm G. Briegleb, die zich met Riep en zijn zoon Fritz Johannes Wilhelm Julius Riep (1867-1957) in Amsterdam vestigde. Vervolgens opende Briegleb een fabriek in Hilversum, die hij aanzienlijk kon uitbreiden door samen te werken met andere verfproducenten in Europa, voornamelijk in Londen en Parijs. De fabriek in Hilversum produceerde in 1901 bijna 450 liter verf per dag.
In 1897 werd over een licentie onderhandeld met de Franse firma Lefranc & Cie (het latere Lefranc & Bourgeois) die 'Riepolin' verfranste tot 'Ripolin'. Zij produceerden al lak- en vernisproducten voor kunstenaars en ambachtslieden. Op de Engelse Wikipedia-pagina lezen we dat Picasso en Le Corbusier verf van Ripolin gebruikten.
De fabriek in Hilversum heeft tot 1975 bestaan. Daarna kwam alle verf van Ripolin uit België en Frankrijk. Sinds 2011 is het merk in Amerikaanse handen.

Egbert Pelgrim schreef een uitgebreid en zeer lezenswaardig artikel over de geschiedenis van de verffabriek. Hij schrijft onder andere dat je voor het woorddeel 'lin' aan het Franse huile de lin kan denken, dat 'lijnolie' betekent. Maar toen de naam bedacht werd, in het begin nog geschreven als Riepolin, bestond het merk nog niet in Frankrijk. Er is daarom nog een andere verklaring mogelijk, en misschien dat die meer voor de hand ligt, namelijk dat de merknaam ontstaan is uit samenvoeging van de naam Riep en 'Lina', de roepnaam van Carl Rieps vrouw Caroline.

Het is in ieder geval wel zo dat in 1902, wanneer het tafelzout van Cérébos zijn intrede doet op de Franse markt, de verf van Ripolin daar al vijf jaar gemaakt en verkocht wordt. Verf waarmee ook kunstenaars aan de slag gingen, waarmee de cirkel rond is en we weer uitkomen bij dat schilderij van Niek van der Plas van het haventje van Honfleur met de zon op het gele pannendak van de visafslag. De visafslag waarop destijds die muurreclames te zien waren.

Niek van der Plas, Haven van Honfleur. Olieverf op paneel, 30 x 50 cm.

vrijdag 19 april 2024

Honfleur – een boekje dateren, of hoe een reclame voor zout je alvast een beetje op weg helpt

Van de visafslag op het schilderij van Niek van der Plas kwam ik een zwart-witfoto tegen in een boekje over Honfleur. Een groter contrast bestaat niet, tussen de kleuren van de schilder en die foto. In het boekje trof ik ook nog een foto van de Église Sainte Catherine, de houten kerk waarom de vissersplaats bekend is.

Het is een oud boekje, een reisgids met wat er allemaal te zien is aan cultuurgoed. Het staat in de Leidse universiteitsbibliotheek en het is onbekend in welk jaar het is uitgegeven. In de catalogus staat '19..'. Wie het weet mag het zeggen.

De foto van de visafslag bestaat ook als ansichtkaart. Die is iets scherper dan de foto in het boekje. Op het gebouw zijn muurreclames aangebracht. Naast een nogal vage reclame met drie zich herhalende figuren zien we er een met letters.


Als je de foto een beetje vergroot zie je dat er Cerebo staat. De mast van het schip dat ervoor in de haven ligt, gaat door de laatste letter, want als je het woord googelt kom je uit bij de merknaam Cérébos. De kleinere woorden die erboven staan heb je dan ook meteen te pakken: Sel de table. Tafelzout van Cérébos.

Het merk bestaat nog steeds en depuis 1902, sinds 1902, zoals je op de moderne etiketten en op hun website leest.

Waarmee het raadsel van wanneer het boekje is uitgegeven alvast een beetje is opgelost. Het moet van 1902 zijn of daarna. Daarmee kunnen de gegevens in de catalogus worden aangevuld.

vrijdag 12 april 2024

Het haventje van Honfleur

Niek van der Plas, Haven van Honfleur. Olieverf op paneel, 30 x 50 cm.

De pakhuizen aan de kade, smal en hoog, in tinten grijs en beige, de boten met hun witte en roodbruine zeilen, weerspiegeld in het water, een schip dat opvalt door zijn rood-wit-rode boeg, voor het gebouw van de visafslag, dat eruit springt door de zon op het gele pannendak. Het haventje van Honfleur. In een Frankrijk dat niet meer bestaat. Het Frankrijk van de muurreclames, van DUBONNET en BYRRH en MICHELIN. Waar op de kade een bar-tabac geweest zal zijn. Met pakjes Galoises, hoog opgetast achter de toog, zonder filter. Waar je onder de luifels, in rood, geel en blauw, daar links vooraan, een bol glaasje witte wijn kon bestellen, aangelengd met limonade – grenadine –, dan werd het rood,* bij wijze van aperitief – zou het nog bestaan? Doen ze dat nog, de Fransen, voor het avondeten? Of als het warm is, tussen de middag, aan een tafeltje, een Ricard, aangelengd met water. Dit moet zo'n zomerse dag geweest zijn, de bomen vol in 't blad, een paar wolkjes rustig aangedreven vanuit zee, maar verder helemaal zonder wind. Zoel. De perfecte dag voor de perfecte compositie, met links die slanke torenspits** boven de huizen, subtiel maar wel belangrijk, de daken aflopend naar rechts, als in een golf, nog even omhoog, bij dat hoge gebouw naast de visafslag, en dan naar achteren, voor nog meer dieptewerking. En overal tussendoor, mensen.

De Haven van Honfleur is een echte Niek van der Plas. Ga naar zijn website voor nog meer moois.

* Het kan ook bier met limonade geweest zijn, maar wel in een klein bol glaasje. Knalgroene menthollimonade drinken ze ook.
** Van de Église Sainte Catherine, de grootste houten kerk van Frankrijk, gebouwd in de 15e eeuw.

dinsdag 2 april 2024

De kaart – South West Coast Path (45)

 

Een kaart waarop je kan bijhouden wat je gelopen hebt. In oktober bestelden we hem bij de South West Coast Path Association. Na enig oponthoud bij de douane – omdat er nog even inklaringskosten betaald moesten worden* – arriveerde hij in een stevige koker, netjes opgerold. Alle tijd daarna, die hele lange winter met veel regen, lag de plaat zo'n beetje half uitgerold op tafel. Tot we bedacht hadden hoe we er een lijst omheen zouden maken.

Het leek zo makkelijk, een poster van 59,4 x 84 centimeter, A1, de grootte van een uitgevouwen krant van vroeger. In dat formaat zijn er genoeg kant-en-klare lijsten te vinden. Er was alleen één probleem: de teksten bij de foto's onder aan de poster die op ongeveer twee millimeter van de rand staan. Een lijst heeft ongeveer een halve centimeter overslag, om het glas erin te houden (en alles wat daarachter zit). Binnen die halve centimeter zouden de teksten wegvallen. De oplossing was misschien een randloze lijst, een contradictio in terminis voor een glasplaat met van die ijzertjes. Een beetje armoedig wel. Daar hadden we die plaat niet helemaal voor uit Engeland laten komen. We konden ook een lijstenmaker een lijst laten maken met wat meer ruimte langs de rand, maar dat konden we natuurlijk ook zelf. En zo geschiedde. Het vergde het nog wel enig denkwerk, maar algauw werden er latjes bij de bouwmarkt gehaald, zaagden we ze in verstek, om ze vervolgens op een speciale, bijna geheime manier, met elkaar te verbinden. Want het moest allemaal wel een beetje smal blijven, bij zo'n moderne plaat, en op de hoeken mocht het niet zomaar loslaten.

De lijst is nu bijna klaar. Alleen nog verven in de kleur warm eiken van Rambo – bomschuitjesverf, de kleur waarmee m'n opa z'n bootjes schilderde. En dan nog een uv-werende plexiglasplaat ervoor. En... dat zouden we bijna vergeten, waar alles uiteindelijk om te doen was: het inkleuren van de wandelroute, voor zover gelopen. De rode stift ligt klaar, dat wordt nog een precisiewerkje. Er is daarover nog uitgebreid advies ingewonnen bij een bekende illustrator in Katwijk. Ja, we moeten een beetje opschieten. Want de lezing dient zich weldra aan. Dan moet-ie mee.

* Blijkbaar bestaat er verschil tussen papier dat plat in een envelop zit, en waarover geen inklaringskosten betaald hoeven te worden, en papier dat opgerold in een koker zit en dus volume heeft.