In Zennor logeren we in een barn, bij een huis op een klif, niet helemaal op de rand, maar het steekt wel ver vooruit. Met de zee aan drie kanten. Op een foto zie ik hoe het heet: Rosmorva.
De barn. |
Van de man en vrouw die er wonen, is de laatste schrijver, van poëzie en kinderboeken: Jenny Hamlett. Na het ontbijt kopen we van haar een dichtbundel: Watching the Sea Four Times. Van hem krijgen we een reisadaptor, moeilijk woord voor een stekker voor een Engels stopcontact waar Nederlandse pootjes in passen. De onze zijn we in de vorige B&B vergeten uit het stopcontact te halen.
Rosmorva. |
Haar naam weten we nog, door de dichtbundel, zijn naam weten we niet meer – wie schrijft die blijft –, maar de adaptor is ons even dierbaar als de bundel. Iedere reis opnieuw, gaat hij weer mee naar het eiland van onze dromen. Het is er een met een zekering, een hele luxe. Ik zie die man nog binnenkomen op 22 juni 2008, in die barn, met die stekker. We mogen hem houden. De B&B bestaat niet meer, daar aan het klif, maar de dichtbundel en de adaptor hebben we nog. Beide brengen, op hun manier, licht in de duisternis.
Moge dit een pleidooi zijn om van iedereen die je tegenkomt op je reis de naam te noteren, en zeker als het van die vriendelijke en behulpzame Engelsen zijn.