|
Sint was in 1560 nog misdienaar in de Oude Kerk. |
Ik heb mij laten vertellen, maar wie ben ik, dat Sinterklaas vroeger in de
Oude Kerk in Katwijk aan Zee ter kerke ging, toen dat nog een katholieke kapel was. Hij was daar misdienaar. Dat was vanaf 1560. Het jaar daarop waren de festiviteiten rond het honderdjarig bestaan van de parochie. Het is allemaal lang geleden, maar de Sint herinnert zich het nog goed, ook hoe de watergeuzen tien jaar later, in 1571, het kerkgebouw binnendrongen en alles, ook het beeld van de Heilige Moeder, kort en klein sloegen. Het enige wat de watergeuzen over het hoofd zagen, waren de wijwaterbakjes, ingemetseld in de muren in het voorportaal van de kerk, aan de zeekant. Het waren de laatste overblijfselen van de vijftiende-eeuwse kerk, een mooie herinnering ook aan zijn jeugd, liet de Sint ons weten. Soms, als hij later, toen hij al wat ouder was, op een mooie zomerdag, incognito, verkleed als badgast met een grote zonnehoed en zonder baard (Sint hierover: 'Sommigen die ik het verhaal vertelde, zeiden dat ik die zeker thuis gelaten had, maar nee hoor, die scheer ik 's zomers netjes af. Te warm, zo'n baard. In december is die wel weer op lengte.'), het gebouw betrad, leegde hij er stiekem zijn flesje water voor de dorst in, waarna hij zijn vingers erin doopte om een kruisje te slaan. Ja, dat was mooi, maar ook die tijd is voorbij, want bij de restauratie in de jaren tachtig van de twintigste eeuw zijn de wijwaterbakjes er alsnog vakkundig uit gesloopt.
|
Hier hoopt de goedheiligman op 4 december voor te gaan.
Zijn schimmel blijft dan maar stilletjes buiten staan. |
Sinterklaas nu, zou, wanneer hij straks weer in het land is en ook Katwijk aandoet, graag nog eens een bezoek brengen aan de kerk van zijn jeugd, waar hij als jongeling geholpen heeft bij de mis en gezongen heeft in het kerkkoor. Waar hij luisterde naar het gebulder van de zee of dromerig de warme zonnestralen opving die door de glas-in-loodramen kwamen. Maar hij wil het niet bij een bezoek alleen laten, niet bij een bezoek zonder meer. Nu hij bisschop is – niet iedere misdienaar schopt het tot bisschop – leek het hem een mooi gebaar ook eens voor te gaan in de kerk waar hij nog met zijn ouders kwam, in een mis. De protestanten, die het kerkgebouw na honderdtien jaar overnamen, zijn dat een dienst gaan noemen. Maar wat maakt dat uit. Een mis of een dienst. Sint is het om het even.
Het sinterklaasfeest, het feest van zijn verjaardag, is dezer dagen zo profaan geworden, zo materialistisch, vindt de Sint, dat het hem goed lijkt om daaraan voorafgaand samen te komen, een moment van bezinning te hebben, van dankbaarheid en soberheid, als tegenwicht aan de totale gekte die het sinterklaasfeest geworden is, de totale gekte die de hele decembermaand geworden is, met op het eind ook nog een kerstman, en sommigen hebben, zo heeft de Sint zich laten vertellen, zelfs nog een dertiende maand erbij, omdat ze aan de twaalfde maand blijkbaar niet genoeg hebben. December barst letterlijk uit zijn voegen.
Vroeger kregen kinderen een suikerhart, of een taaitaaipop, met een handje pepernoten. Daarmee was de kous af. Maar nu... de fabrieken in China, Japan en Taiwan draaien overuren om alles op tijd op de pakjesboot in Myra te krijgen en daarmee dan weer op tijd in Nederland aan te komen.
Maar zou dat kunnen? Zou dat geregeld kunnen worden? Een mis door de bisschop van Myra in de Oude of Andreaskerk* te Katwijk aan Zee. We moeten daarvoor natuurlijk toestemming hebben van de koster, Dirk Messemaker, maar ik denk niet dat die het erg vindt. Sinterklaas denkt zelf aan de avond vóór zijn verjaardag, op dinsdag 4 december. Om acht uur, 'bakkiestijd' zeggen ze al eeuwen in Katwijk. We kunnen misschien ook echt koffie schenken, voorafgaand aan de dienst, of mis, met een stukje marsepein erbij.
*Sint-Andreas is de beschermheilige der vissers.