Het leven is vol verrassingen. Donderdag was ik bij het Friese bakkertje. Ik had vijf broden besteld, vijf hele casino waldkorns. Toen ik de winkel binnenkwam lagen ze netjes op een rij te wachten. Vijf broden. 'Ze zijn niet allemaal voor onszelf, hoor,' zei ik ter geruststelling. 'Drie gaan er naar m'n ouders, voor wie we mantelzorgen, helemaal naar Katwijk.' 'Komt u dan ook uit Katwijk?' vroeg de verkoopster. 'Nee, nu kom ik uit Oegstgeest. Maar deze gaan vandaag nog door naar Katwijk. Ze lusten niet anders meer.' 'Wat leuk,' zei de verkoopster. 'Wacht, dan doe ik er een paar stukken oranjekoek bij, afsnijdsels, daar is niks mis mee, hoor. Ze blijven over aan de randen.' Met twee zakken vol afsnijdsels ging ik de winkel uit. Waar maakte je dit nog mee, in deze tijd? Het gulle gebaar. Dat het nog bestond.
Het deed me denken aan m'n ome Jaap die vroeger als banketbakker bij Krijn Verdoes werkte, op de hoek van de Drieplassenweg en Secr. Varkevisserstraat (in Katwijk), en van wie we zo nu en dan een taartdoos vol afsnijdsels kregen, een grote doos vol stukken slagroomtaart, mokkataart, chipolatataart, brokken gevulde koek en chocolade, echte marsepein, en natuurlijk ook de beroemde hazelnootgebakjes met banketbakkersroom, maar dan ingestort of omgevallen. Met het hele gezin zaten we dan om de tafel met onze handen uit de doos te eten. We hebben er een verfijnde smaak voor banket aan overgehouden.