maandag 31 december 2012

Hoogtepunt

V.l.n.r.: Chantal Keijsper, burgemeester Jos Wienen, Kees van der Plas,
bijgenaamd Kees van Dirrek de Vinke, en mijzelf. Foto: Anton Poptie.

Absoluut hoogtepunt dit jaar was natuurlijk de presentatie van Aan boord van een Katwijkse bomschuit in de achttiende eeuw. Het handschrift van schipper Leendert Buijsertszoon van der Plas, een boek waarvan ik nooit had durven dromen dat het er nog ooit zou komen. Dat het er toch kwam, was door al die mensen die riepen: Leuk! Het kan! Je kunt het! Door Korrie en Jaap, die heel hard aan het boek hebben meegeholpen, door Bert, die er mooie tekeningen voor maakte, door Evelyn en Anna en de andere mensen van uitgeverij Primavera Pers, die erin geloofden, door de mensen van het Katwijks Museum: Jan en Henk en Jan en Jaap en Jan, en van de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek: Jan en John en Ernst-Jan en Rijk en Martijn, door Hans en Kees van het Katwijks Museum, die het oude handschrift bij de bibliotheek kwamen ophalen, nog tot 26 januari in het museum te zien, door Gerard van de Visserijschool Katwijk, door Jan van het Museum Vlaardingen, door Johan van de Katholieke Universiteit Leuven, door Willem, die op de valreep nog met een waslijst aan verbeteringen kwam, door Mary en Wim, die mij altijd weer motiveerden om verder te gaan, door Dicky niet te vergeten, die de inwendige mens altijd zo goed verzorgt, door Wilma, met al haar geduld en liefde, door Chantal, die een prachtig praatje hield met een verrassend slot, door de burgemeester, Jos Wienen, die in zijn prachtige toespraak de gewone schipper-schrijver zo mooi naar voren haalde, door Kees van der Plas, alias Kees van Dirrek de Vinke, nazaat van de schipper, die zo trots was als een pauw, door Paul en Rob en Gijs en al die andere journalisten van de schrijvende pers, allemaal even enthousiast, met de fotografen Adrie en Dick en Erwin, door de mensen van de Katwijkse radio, door al mijn vrienden, kennissen en familie en al die andere mensen die ik nog vergeten ben hier te noemen.
Het boek kwam er, na al die jaren nu plotseling in nog geen jaar tijd. Er verschenen mooie foto's, maar deze heb ik nog nergens in de kranten gezien, van Anton Poptie, de man met de bretels, gallege, zeggen we in Katwijk.

donderdag 27 december 2012

Doe het niet!

Al eens op het plaatje hiernaast geklikt? Het is het beeld van de radar van al die duizenden vogels die in totale verwarring en paniek de lucht in vliegen als met oud en nieuw het vuurwerk wordt afgestoken. En niet alleen de vogels denken op dat moment dat de wereld vergaat. Ook honden en katten en al die andere huisdieren waarvan wij zo geweldig zielsveel houden, kruipen weg in een hoekje om daar totaal ontredderd voorlopig niet meer vandaan te komen. En wat te denken van die lieve pony die ze vergeten zijn binnen te halen. Of die konijnen en kippen die nog buiten in hun hok zitten. We kunnen nog wel even doorgaan met opsommen. We kunnen de enorme hoeveelheden zwaveldioxide, stikstofdioxiden, zware metalen en fijnstof noemen die we met z'n alleen inademen als het 12 uur is. Vooral de astmapatiënten hebben het dan flink benauwd. Misschien dat we voor zo'n argument wel gevoelig zijn, om het niet (meer) te doen. Geen vuurwerk afsteken dus. Het beste en mooiste voornemen dat je als mens kan nemen.

Nederland is het enige land ter wereld waar het is toegestaan om zelf vuurwerk af te steken. In al die andere landen zorgt het stadsbestuur van de hoofdstad of een andere grote stad voor een prachtig, centraal afgestoken vuurwerk waar iedereen van geniet. En heb je niet dagenlang dat domme geknal om je heen en dat gegooi van rotjes naar passanten. Daar is het gezellig op straat in de dagen voor oud en nieuw.

De ziekenhuizen draaien overuren in de nieuwjaarsnacht. Om alle gewonden op te lappen. Mensen die hun hele verdere leven gehandicapt blijven door het afsteken van één enkele vuurpijl. Hebben we al gedacht aan de kosten die dit allemaal met zich meebrengt voor de maatschappij. Ook van alle vernielingen die er worden aangericht. Domme, zinloze verwondingen en vernielingen.

Het zegt iets over Nederland dat hier niets aan gedaan wordt. Zij die boven ons gesteld zijn, blinken uit in weifelmoedigheid. Een klein lichtpuntje in deze dagen is de site vuurwerkoverlast.nl, waarop we over al het geknal onze grieven kwijt kunnen. Het is te hopen dat dit initiatief een vervolg krijgt. Er is nog een lichtpuntje, en dat is dat het lekker gaat waaien en regenen deze oud en nieuw.


We hebben gelukkig ook nog ons eigen gezonde verstand. Denk eens aan je huisdier deze dagen, die astmapatiënt in de familie of die oude oma die de straat niet meer op durft en doe het niet! Steek geen vuurwerk af!

maandag 24 december 2012

Halleluja!


Gisteren naar de Messiah van George Friedrich Handel geweest, met het bekende 'Hallelujah'. Het mooiste is het natuurlijk als dat zomaar plotseling ergens gezongen wordt op een plek waar je het niet verwacht. Zoals deze mensen overkwam terwijl ze aan de lunch zaten in een winkelcentrum in Amerika. Het gebeurde op 13 november 2010 en het goed geregiseerde filmpje is inmiddels al meer dan 40 miljoen keer bekeken. Halleluja!

vrijdag 21 december 2012

Zorro naar de dokter

De plek waar het allemaal om te doen was.

Zorro is zielig. Hij moest vandaag naar de dokter. Daar is ie eigenlijk nog nooit echt geweest, alleen toen z'n balletjes eraf moesten, maar dat zal ie allang verdrongen hebben. Het telt niet mee als ziekte of aandoening. Maar nu heeft ie eindelijk echt wat. Eens kijken, hij is ruim elfenhalf in mensenjaren. Moet je dat maal vijf doen, of maal zes? Zeven zal het niet wezen, want dat slaat op het aantal levens dat katten hebben. Laten we het voor het gemak maal vijf doen. Dan is ie toch al ouder dan ik.
Maar goed, vandaag moest ie dus naar de man met de witte jas. Hij heeft al ongeveer anderhalve maand een kale plek op z'n rechterachterpoot. Hij likt er niet aan, ik heb hem dat in ieder geval nog niet zien doen. Dan zou het een nerveuze trek van hem zijn. Die heeft ie dus niet. Het is de levenslust zelve, onze Zorro. Rennen en vliegen door het huis. De plek lijkt wel langzaam groter te worden. Ik heb het allemaal aan de dokter verteld.
Een kat naar de dierenarts brengen vergt de nodige voorbereiding. Zo heb ik vanochtend z'n reiskoffer alvast in elkaar gezet, zodat ie er af en toe al eens een kijkje in kon gaan nemen. Wat een grappig huisje, zag ik hem denken terwijl ie erin rondsnuffelde. Hij is er weer uit gegaan en er de rest van de ochtend niet meer in geweest. Er ligt een comfortabel kussentje in, dus ik zou het wel weten. Om halftwee was het zover en moest ie erin. Het ging zonder moeite.
Op reis dan maar. Omdat we veel te vroeg waren, kon ie nog lekker genieten van de avonturen in de wachtkamer. Daar stal ie wel de show, achter de tralies. 'Wat een mooie groene ogen,' zei een mevrouw op leeftijd met een snotterende grote hond met hangoren. Wel veilig achter die spijlen, want daar kwam een grote rottweiler de behandelkamer uit stappen. En naast hem in eenzelfde huisje als hij zat nog een poes. Zorro sloeg het allemaal met belangstelling gade.
Tot de deur weer openging en ie zelf geroepen werd: 'Zorro!' De man met de witte jas bleek een vrouw. Ze keek eens in zijn bek. Mooi gebit. Voelde hier en daar. 'Heeft ie altijd zo'n dikke buik?' 'Zo lang ik hem ken,' was mijn antwoord. 'Dan hoort het bij z'n bouw.' Ondertussen, ik had het niet door zo gauw, had ze een enorme kam tevoorschijn gehaald, van het formaat waar wij normaal een beetje mee tussen de plantjes van de border harken. Een kam in de vorm van een harkje. De Furminator. Een contaminatie van de Engelse woorden fur ('bont, pels, vacht') en terminator (een sciencefictionachtige benaming voor iets geweldigs dat alles kan). De Furminator werd nog een paar keer met nadruk genoemd, als betrof het een reclamespot. De vrouw in de witte jas ging er eens flink mee loos. Ik had Zorro thuis nog even met het stofkammetje gekamd om een beetje een nette indruk te maken maar wat deze mevrouw er met de Furminator allemaal nog af haalde, of beter gezegd, tussenuit haalde, want het was, zo zei ze, de ondervacht, sloeg werkelijk alles. Inmiddels lag er naast Zorro een berg haar zo groot als zijn eigen omvang. Maar wat dit nu met het probleem van zijn kale pootje te maken had, ontging me ten enenmale. 'Dan krijgt hij niet van die haarballen, waardoor hij moet overgeven,' was haar verhaal. Zorro gaf nauwelijks over. 'Heeft ie misschien daardoor zo'n dikke buik, van al dat haar dat hij opeet,' vroeg ik quasinaïef. Misschien had ik iets gemist in de almaar voortschrijdende veterinaire wetenschap. Nee, dat had er niets mee te maken. Die hele kam was natuurlijk een onderdeel van de show. Het was een mooie fooi, als ik dat apparaat na het consult zou aanschaffen. Want Zorro werd er wel heel mooi van, dat zag ik wel. Wat zou ze de volgende keer bedenken als extraatje.

Rustgevende veterinaire producten (verpakking en
folder: 'Dan kunt u het thuis nog eens rustig nalezen.').
Op de voorgrond de Furminator.

Het begon nu toch wel eens tijd worden om naar het pootje te kijken. Volgens de vrouw in de witte jas had hij zich daar toch kaal gelikt. Hij was duidelijk gestrest, dat kon je zien. (Ja, wat wil je, dacht ik, van dat hele dierenrijk in de wachtkamer.) De stress kon al ontstaan door andere katten die hij door het raam buiten zag lopen. Maar ook doordat ie te weinig te doen had. Ik kon bijvoorbeeld muziek voor hem aanzetten. Maar Zorro luisterde de hele dag al naar muziek: klassieke muziek van Classic FM. Hij moest in ieder geval wat kalmer worden. Dus daar gingen we wat aan doen en dan wilde ze hem na vier weken weer zien. Zorro kreeg om kalmer te worden in de eerste plaats voer mee, en verder moest er een stekker met een geurtje in het stopcontact, een feromoon waar mensen niet op reageren maar katten wel. Daar zou ie ook rustig van worden. En ik moest maar eens op zoek naar een zogenaamd activity board, waarbij de kat spelletjes moest doen om aan zijn eten te komen. En dan, ja, dan, zou de kale plek vanzelf genezen en als sneeuw voor de zon verdwijnen. Was dat geen mooi vooruitzicht. Ik kocht alles wat mij door de vrouw in de witte jas werd voorgeschoteld, inclusief de Furmimater à raison van 33,81 euro.

Terug van het avontuur, lekker gekamd en heerlijk rustig.

dinsdag 18 december 2012

donderdag 13 december 2012

Chet Baker


Vroeger had ik vrienden die woonden in de Oude Braak. Dat is een steeg ongeveer tegenover GEBOUW 'T EINDE VAN DE WERELD dat staat aan het einde van de Nieuwezijds Voorburgwal voor de splitsing met het Hekelveld waarna deze wegen overgaan in de Martelaarsgracht. Het gebouw heet zo omdat daar, bij de Nieuwendijk, vroeger het land ophield en het water van het IJ begon.


Op een gegeven moment verhuisden de vrienden naar de Leidsegracht. Als ik daar heen ging, liep ik vanaf het station altijd langs de steeg waar ze eerst gewoond hadden. Op een keer was de steeg afgesloten met roodwitte linten. Op de Leidsegracht aangekomen wisten ze me te vertellen dat Chet Baker daar die ochtend uit een hotelraam was gevallen. Dat moet een raam van het Crowne Plaza geweest zijn, maar of dat toen ook al zo heette, weet ik niet. De ingang van het hotel is aan de Nieuwezijds Voorburgwal maar er zijn ook kamers die uitkijken op de steeg ernaast. Maar dat is de Nieuwezijds Armsteeg.


Altijd als ik langs Oude Braak kwam, dacht ik weer aan die roodwitte politielinten en aan de grote Amerikaanse jazztrompettist en -zanger die hier aan zijn einde gekomen was. Dat was in 1988, weet ik nu. In 1992 maakte ik er dit gedicht* over:

Ik weet nog
In de Oude Braak
Een dooie kerel
Chet Baker

Vele jaren later vertelden diezelfde vrienden mij dat Chet Baker uit een heel ander hotel gevallen was, op een hele andere plek. Dat was op de kop van de Zeedijk. Om precies te zijn uit hotel Prins Hendrik, aan de gelijknamige kade. Op tripadvisor.nl is te zien dat dat was uit kamer 210.


Een tijdlang is er tegenover het hotel een provisorisch monument geweest. Op 13 mei 1999, de elfde sterfdag van de Chet Baker werd er aan de gevel van het hotel een plaquette onthuld die het voorval memoreert.


De tekst op de plaquette luidt:

Trumpet player and singer
CHET BAKER
died here on May 13th 1988
He will live on in his music
for anyone willing
to listen and feel

Chet Baker was veel in Amsterdam, waar hij optrad in zijn vaste cafés, waaronder café De Kroeg. In de prachtige documentaire die de VPRO over de trompettist en zanger maakte, zien we een van zijn laatste optredens. Met zijn laatste interview. En met het nummer 'My funny Valentine', waarmee hij wereldberoemd werd.


De ijle stem en de lange trompettonen zijn ook te horen op de laatste cd die met de jazzmusicus werd opgenomen, met het Rundfunk Orchestra Hannover des NDR onder leiding van Dieter Glawischnig.


* Opgenomen in A linea nr. 4, p. 27.

dinsdag 11 december 2012

Zure worst


Ik heb dat nooit begrepen, hoe leverworst bij een visfabriek terecht kon komen. Leverworst in het zuur. Hoe verzin je het? Dat ze ergens in de jaren zestig of zeventig dachten van: we doen nou al die haringen wel in het zuur, we hebben nog een tonnetje azijn over, kom, laten we eens kijken wat er nog meer in kan.

Die zomer dat ik met mijn neef bij Arie Ouwehand werkte (zie Het petje van Arie Ouwehand), zag ik ze voor het eerst.  De potten kwamen van elders, waren ergens anders al met leverworst gevuld, en met azijn. Wij moesten er alleen de etiketten nog op plakken, met zo'n etiketteermachine. De potten gingen dan over de lopende band en kwamen langs die machine. Soms zat zo'n pot niet helemaal goed dicht of sprong de deksel er om een andere onduidelijke reden af. We vielen er dan massaal op aan, op de plakken worst. Heerlijk was dat, zo 's ochtends vroeg op je nuchtere maag. Al was het natuurlijk veel lekkerder om een makreel op te peuzelen op dat tijdstip, bevrijd uit zijn wel of niet opzettelijk lek geraakte plastic verpakking.

Hier zag je ze niet zo veel, die potten leverworst. Er waren een paar winkels die ze verkochten. Ik denk dat ze naar andere landen gingen, naar Duitsland, waar ze ook haring ingemaakt in olie eten. Het blijft een beetje een raadsel. Iets waarvan je denkt dat het niet kan, of dat het allang niet meer bestaat. Een beetje gek ook, leverworst in een pot bestemd voor zure haring.
Tot ik vanmiddag een supermarkt binnenstapte, eentje die ik niet zo vaak bezoek, en ergens tussen de vleeswaren en de kaas een pot tegenkwam. Ik heb hem thuis pas opengemaakt. De smaak was nog precies hetzelfde als toen. Na twee plakken heb ik de pot weggegeven.

zondag 9 december 2012

Garden de Flower


De taalverloedering zoals die via de tuincentra tot ons komt.

vrijdag 7 december 2012

Code Oranje


Vandaag hebben we alle weerwaarschuwingen in de wind geslagen en zijn we om Deventer koek gegaan. De echte, van Jacob Bussink. We hebben ons niets aangetrokken van de afgegeven alarmcode, geen sneeuwduinen gezien en ook geen autowrakken. De trein bracht ons uiterst comfortabel naar de Brink numero 84, alwaar we genoten van de onvervalste chocolademelk van Droste met daarbij een rijke sortering kruidkoek, versgebakken uit de oven en in plakjes met roomboter. En dan was prinses Amalia ook nog jarig. Zij is vandaag negen jaar geworden.



woensdag 5 december 2012

Dank u, beste Sint!

Kijk eens wat ik vanmorgen in m'n schoen vond: een letter.


Maar o, kom er eens kijken, wat ingewikkeld nou. Nooit geweten dat er ook niet-spiegelbeeldige vormen bestonden om chocoladeletters in te gieten. Want de nootjes en andere tierelantijnen zitten bij deze letter op wat ik altijd beschouwd heb als de onderkant, en niet op de geribbelde – mooie – bovenkant, want die ligt onder in het doosje. Kijk maar als ik hem omdraai.


Dit is toch de bovenkant van een normale, kale, niet-versierde letter? Die bovenkant is ook smaller dan de onderkant – de zijkanten lopen schuin af –, omdat je de letter anders niet uit de vorm krijgt. Maar als dit de L is, staat ie dus wel in spiegelbeeld. En een J is het ook niet. En als je hem 180 graden kantelt ook zeker geen F.


Er is vast wel een bakker of verdwaalde Sint of Piet die mij vertellen kan hoe je chocoladeletters giet.