Vrijdag naar de Matthäus geweest. De vorige keer was al weer veel te lang geleden. Weer neem ik me voor nu ieder jaar te gaan. Ruim drie uur alleen maar luisteren. Met velen in stille verwondering bijeen, voor het zeldzaam mooie waartoe wij stervelingen in staat zijn.
|
Voor aanvang |
Ik ben niet zo van de muziektermen. Dat kan Adri allemaal veel beter verwoorden. Wat mij aan de Matthäus wel altijd opvalt, is de volmaakte harmonie tussen woorden en muziek. Picander, de vaste tekstdichter van Bach, moet de woorden, de klanken in de woorden, heel precies en bewust hebben uitgezocht bij de muziek. Dat hoor je meteen al in het begin, bij de aria 'Buss und Reu', met al die herhalingen van
oe- en
oi-klanken, wat ook in de aria die volgt, 'Blute nur, du liebes Herz!', nog even wordt opgepakt. De
oe-,
oi- en ook de
uu-klanken zijn in het Duits blijkbaar goed vertegenwoordigd. En dan is er dat liefdevolle duet tussen sopraan en alt, dat begint met 'So ist mein Jesus nun gefangen', waardoorheen het koor met het afgebeten 'Lasst ihn, haltet, bindet nicht!' al een voorschot neemt op het bliksemen en donderden in 'Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden?' Ook één groot klankspel. Het perfectst gezongen onweer dat ik ken. Met die gespannen stilte middenin, waarna de vurige afgrond van de hel zich voor ons opent en alles beeft en siddert. Voor de koffiepauze is er dan nog dat prachtige, veelstemmige koraal 'O Mensch, bewein' dein' Sünde gross', waarna het kinderkoor naar huis kan – Bach hield in zijn tijd al rekening met de arbeidstijdenwet. Na de pauze is er het droefgeestige, door de alt gezongen 'Erbarme dich', met dat prachtige vioolspel. Als ik aan vioolmuziek denk, is dat deze muziek! Meteen daarna hebben we het gedragen, slepende en evenwichtige koraal 'Bin ich gleich von dir gewichen' en even verder is er weer zo'n prachtige aria met vioolmuziek, maar nu is daarbij de bas aan zet: 'Gebt mir meinen Jesum wieder!' We gaan hier de Matthäus niet uitputtend behandelen, maar wat ik zeker nog wil noemen is het ingetogen 'Aus Liebe will mein Heiland sterben', gezongen door de sopraan, begeleid door fluiten en hobo's. Daarna is er nog de mooie, alweer ingetogen vioolmuziek in de door de alt gezongen aria 'Können Tränen meiner Wangen'. Het geluid van de viola da gamba is te bewonderen in de door de bas gezongen aria 'Komm, süsses Kreuz'. Heel gedragen. Dan volgt het angstwekkende rezitativ 'Ach Golgatha, unsel'ges Golgatha!', door de alt gezongen en begeleid door hobo's da caccia. Nog ruim voor het einde is er het rustige koraal 'Wenn ich einmal soll scheiden'. Daarna worden we opgeschrikt door het voorhangsel van de tempel dat in tweeën scheurt, met de aarde die beeft, de rotsen die scheuren en de graven die opengaan, waaruit de lichamen van de heiligen tevoorschijn komen. Heel stil wordt het in de kerk bij de aria 'Mache dich, mein Herze, rein', weer met hobo's da caccia, maar nu de bas die zingt. Voor het slotkoor komen alle solisten nog een keer langs: bas, tenor, alt en sopraan, afgewisseld door het koor, dat zingt 'Mein Jesu, mein Jesu, gute Nacht', steeds weer opnieuw, en dramatischer naar het einde toe.
|
Na afloop |
De Matthäus, dat gaat heel ver terug. Naar de tijd dat mijn moeder iedere week werd opgehaald door haar zangvriendinnen, om naar de repetitie te gaan. In het Jeugdhuis, in die prachtige zaal met de alkoof. De tijd van Admiraal, de dirigent. De tijd dat mijn moeder met de andere vrouwen van het koor jurken naaide. Wel zóveel jurken, van hele lange banen stof. Want de dames moesten er allemaal hetzelfde uitzien. En het oefenen in huis, met dat hele dikke, groenige boek, met al die noten onder elkaar, en soms maar heel weinig tekst over de bladzijde verdeeld. Mijn moeder was sopraan. Jaren heeft ze gezongen bij Hallelujah, tot ze niet meer op haar benen kon staan. Nu zit ze in de kerk als er een uitvoering is, en zingt ze stilletjes mee, met kleindochter Iris dicht tegen haar aangedrukt. Nu komen we voor mijn zwager Bert, die als tenor in het koor zingt. Zelf heb ik ook nog een blauwe maandag meegezongen in de Matthäus, als een van de vier jongens tussen voor de rest allemaal meisjes van kinderkoor De Lenteklokjes. Dat was nog in de Nieuwe Kerk. Drie liedjes, tot de pauze. Dan kreeg je nog een glaasje limonade en moest je naar huis. Dat is wel veertig jaar geleden, schat ik. Nu is de uitvoering al jaren in de Dorpskerk. En Adri, die voor zijn dochter kwam vrijdagavond, gaat er een mooi stuk over schrijven voor
De Katwijksche Post.
Volg het koor op
hallelujah.nl. En heeft u het vignet van het koor, dat harpje, wel eens goed bekeken? Houdt het iets schuin horizontaal voor u en kijk er dan van onderen af overheen. Wie goed kijkt, ontdekt in de snaren de naam van het koor.