dinsdag 21 oktober 2025

De kwartfinale – South West Coast Path (73)

Om halfdrie zouden we bij het hek staan, het hek met de rode vlag, aan de andere kant van het schietterrein, de Lulworth Ranges, waar we doorheen zouden gaan lopen, keurig tussen de gele paaltjes, waar je niet buiten mocht komen, zoals op het bord stond, een deel van het South West Coast Path dat kort daarvoor nog was vrijgemaakt van onontplofte projectielen maar dat we niet over konden slaan, omdat het er nu eenmaal bij hoorde, bij dat langeafstandspad. De ranger snapte dat.

Kimmeridge Farmhouse B&B.

Annette van de B&B had een taxi besteld. Die zou ons uit Kimmeridge naar Corfe Castle brengen, en daar zouden we de bus naar Lulworth nemen, om vandaar weer terug te lopen naar Kimmeridge, 10 kilometer. Dit is hoe het altijd gaat en moet en doe het vooral niet anders, want... als er aan het eind van je lange wandeltocht geen bus meer gaat die je naar je verblijfplaats kan brengen, zit je. Iedere wandelaar weet dit. Loop dus altijd naar je verblijfplaats toe, je verblijfplaats voor de komende nacht uiteraard. Zeker als het pad wordt afgesloten door een hek dat pas om halfdrie, of later, opengaat.

Kimmeridge is een rustig dorp van rietgedekte cottages.* Je hebt er een B&B, een restaurant, een kerkje, een geologisch museum en een taxibusje. De B&B is waar we verblijven, het restaurant is waar we iedere avond eten en ze heel lekker ijs hebben in goeie porties, het kerkje is oeroud en de deur staat altijd open waardoor je er dag en nacht in en uit kan lopen, bij het museum zien we niemand en het taxibusje is een uitkomst. Want nu hoeven we niet eerst weer helemaal naar Corfe Castle terug te lopen voor de bus naar Lulworth. Een half uurtje voor de lokale bevolking maar voor ons toch zeker wel een uur. Corfe Castle, vanwaar we woensdag, in omgekeerde richting, na de bus uit Lulworth, dwars door de velden – het klinkt prozaïsch en arcadisch – naar Kimmeridge waren gelopen. Dwars erdoor en tegelijkertijd naar alle kanten. Want was het die boerderij waar we moesten wezen? Of die? Of was het die? Of nee, als je het plaatje vergeleek met dat op je telefoon zou het ook wel eens die kunnen zijn. Zo liepen we te dolen en te dwalen, tussen heggen door en over hekken heen, of over een public footpath, wat dan weer even hoop gaf, omdat het als iets officieels werd aangeduid, met een bord, maar dat ook zo weer ophield als je op een dwarsweg kwam, en wat dan en hoe dan verder, met dat toen ook al veel te hete weer... Dat zouden we niet nog eens doen. En naar Kimmeridge liep het nog een beetje af, naar de kust, maar naar Corfe Castle ging het omhoog, dwars door de velden, over die niet te snappen route. Wie je het ook vroeg. De mensen zelf hier wisten het ook niet, hoe de weg liep. Nee, die taxi is een uitkomst.

Corfe Castle.

Om 12 uur stappen we in het busje. Om te betalen zal de taxichauffeur ergens onderweg stoppen, in een bocht onder een groepje bomen, daar heb je volgens haar een goede ontvangst. Niet in Corfe Castle, in dat hele dorp is de verbinding puur slecht en kun je nergens goed pinnen, vertelt ze. Onbegrijpelijk, en inderdaad, ergens midden op de route, waar in de hele omgeving zelfs geen huis of boerderij te vinden is, stoppen we om af te rekenen. Dat is nou weer typisch Engeland, denk je dan onmiddellijk. Zo'n heel dorp waar je geen verbinding hebt, en dan op het verlaten platteland eromheen juist weer wel.

De Holy Trinity Church in Lulworth.

Met de bus reizen we vervolgens door naar Lulworth, om dat hele schietterrein heen in feite, toch een rit van met de taxi erbij wel een uur. Bij de minisupermarkt (vroeger zouden we dat een kruidenier noemen, dat formaat, met van die nauwe gangpaden), waar ze alles verkopen wat een mens nodig heeft, slaan we nog wat proviand in voor tijdens de wandeling en bij het kerkje in dezelfde straat gaan we nog even plassen. Niemand weet, of lijkt te weten, dat daar achter in dat kleine gebouwtje, de Holy Trinity Church van Lulworth, eeuwenoud, dat daar achterin links van het schip een ultramoderne rolstoelvriendelijke cabine is neergezet met sanitaire voorzieningen. Futuristisch gewoon. De deur gaat zo hermetisch dicht dat je het niet hoort als iemand doortrekt. We hebben het onthouden van de dagen die we in het dorp hebben doorgebracht en niet verder konden vanwege de schietoefeningen. Het is een vreemde gewaarwording als je de deur van de cabine opent en vanuit de donkere kerk de felverlichte ruimte binnenstapt. Bij het ontbijt in de B&B in Kimmeridge maken we er met de andere gasten grappen over. Dat je als je er binnenstapt, in dat grote toilet, als vanzelf eigenlijk de gedenkwaardige woorden spreekt van 'Let there be light' van Genesis 1:3. De gasten moeten er smakelijk om lachen, op zo'n manier dat je zeker weet dat deze grap voor altijd deel zal blijven uitmaken van hun thesaurus van grappen die wij aanduiden als Engelse humor. Daardoor komt het ook dat we zo laat zijn gaan lopen bij de halve finale, omdat het zo gezellig is die ochtend aan tafel.

Lulworth Cove.

Na onze plaspauze moeten we maar eens richting dat hek met die rode vlag. We lopen een heuvel op en dan weer naar beneden tot we bij die bijna perfect ronde baai aankomen die daar voor het dorp ligt, de Lulworth Cove. Je kan er zwemmen, met zwemschoenen aan vanwege de kiezels, je kan er met je zeilboot afmeren of gewoon alleen maar op het strand zitten. Het ziet er paradijselijk uit, zeker met die warmte. De baai is zo mooi rond dat je vermoedt dat hier ooit een meteoriet is neergekomen. Dat gebeurde toen aan de Jurassic Coast, en er liepen ook dinosauriërs rond.




Onderweg naar beneden krijgen we de rode vlag steeds dichter in het vizier. Het is een steile afdaling, dus je moet wel naar de grond en de traptreden – we lopen op een trap – blijven kijken, en af en toe omhoog, naar die vlag. Maar dan, als we weer eens omhoogkijken, is-ie opeens weg. Pardoes. Waar eerst nog dat waarschuwende rood wapperde is nu niets meer. Dat betekent dat we erdoor kunnen, dat het hek open is. Een van ons zal het ook wel geroepen hebben: 'We kunnen erdoor!' Want het is een magisch moment. Als we er aankomen is de ketting eraf en de vlag netjes onder om de vlaggenmast heen geknoopt. En waar is de man of vrouw die dit gedaan heeft? We hebben nog wel een wagen gezien, een jeep of zo, maar ook die is in geen velden of wegen meer te bekennen. De plek is vol geheimzinnigheid. Als je erdoor gaat, door het hek, is het alsof je heilige grond betreedt, voorzichtig, je durft er bijna niet op te lopen. En zie je meteen ook die gele paaltjes waar je tussen moet blijven. De stilte is overweldigend, ook tijdens wandeling erna. Misschien dat we op het hele stuk maar vier mensen zijn tegenkomen.


Het schietterrein is een dor landschap. Hier en daar staan ruïnes, overblijfselen van oude boerderijen, er grazen runderen en schapen en als we verder komen en in de dalen kunnen kijken die deel uitmaken van het terrein, zijn daar de boerderijen waar die runderen en schapen bij horen, stukken land, nederzettingen, tussen de wegen waarop met tanks geoefend wordt. Er wonen dus ook gewoon mensen.

Het lijkt een makkelijke tocht, zo tussen die paaltjes, rechttoe rechtaan, maar dan komen er toch drie zware beklimmingen en dito afdalingen, eentje waar je ook een touw bij nodig hebt, om niet naar beneden te glijden. Het touw is niet lang genoeg, het laatste stuk moet je dan toch maar... een beetje glijden. Naast het pad zien we soms wat oud roest uit de grond steken en er staan tanks waarop geoefend wordt. Ze zien er in ieder geval nogal afgedankt uit.


Tyneham.

Dat is de ene kant, het binnenland, dat zich mijlenver uitstrekt. Aan de andere kant, de zee, zien we het verstilde decor van paradijselijk mooie baaien waarin hier en daar een zeiljacht ligt afgemeerd. Als we er bijna zijn, bij het hek waar we weer door mogen om in de gewone wereld terecht te komen, is er nog een afslag naar een andere mooie plek, wat eens een paradijs geweest moet zijn: Tyneham. Het enige wat rest van deze gemeenschap is het kerkje en een schooltje, een telefooncel en de resten van wat eens huizen waren, in straten. In 1943 werd het plaatsje als militair oefengebied geconfisqueerd. Na de oorlog dachten de bewoners dat ze er weer konden terugkeren, van de plekken waar ze naartoe geëvacueerd waren. Maar toen kwam de Koude Oorlog en ging dat allemaal niet meer door. Nu is het een plek van herinneringen.

...Gad Cliff, een klif dat er aan de buitenkant uitziet als Mount Rushmore...

We lopen weer terug naar het pad, het is nog een flink stuk over Gad Cliff, een klif dat er aan de buitenkant uitziet als Mount Rushmore in de Verenigde Staten maar dan zonder dat ze er die koppen van de presidenten in uitgehakt hebben. Je ziet het vanuit de baai bij de ranger als je in de buurt bent van de Clavell Tower. Gad Cliff is lang en regelmatig van vorm. Je zou er alle vorsten van het Britse koninkrijk in uit kunnen hakken, van King Arthur tot Charles de Derde.

...een gigantisch hellend stuk rots – waar je bang van wordt – de zee in...

Het torentje is het eerste wat we zien als we weer bijna in Kimmeridge zijn. Langs eerst nog een gigantisch hellend stuk rots – waar je bang van wordt – de zee in en weilanden vol schapen, allemaal nog binnen het gebied van de Lulworth Ranges, tot we bij het hek zijn dat ons er weer uit laat, en we het dorp in wandelen. Daar ploffen we die avond neer achter een pint bier. De volgende dag horen we van gasten aan de ontbijttafel die ons hebben zien binnenkomen dat we er afgemat uitzagen. 

Er zijn wandelaars, en volgens Paddy Dillon kan het, en dan moet het in het weekend, als ze niet schieten, en moet je vroeg op, die het hele stuk van Lulworth tot Swanage, die hele kwart- plus halve finale, in één keer lopen, dat is 10 plus 23,5 is 33,5 kilometer, plus nog een ommetje van zo'n 4 kilometer naar Tyneham, is 37,5 kilometer, wat in werkelijkheid altijd langer is. Of zwaarder, door de te beklimmen hoogtes. Wij zijn wel blij met Kimmeridge Farm als logeeradres onderweg, het enige en beste hier. Annette vertelde dat ze het nog een paar jaar doet. Hoe moet dat hier straks met die arme Coastpath-lopers?

* En ook wel leigedekte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten