Eergisteren* waren we van plan geweest om het parcours alvast een beetje te verkennen. Rond het middaguur, toen de zon hoog aan de hemel stond, waren we de heuvel bij de Clavell Tower op geklommen, een trap met zo'n honderd treden. We wilden er net voorbij gaan, het rechte stuk op over het klif, toen ik gelijk maar voorstelde om terug te gaan. Dit was te heet. We zouden een kort rondje lopen, waar het begin van het een-na-laatste stuk in zat, vandaar dat 'verkennen', want na een stuk over het klif zouden we ergens weer ombuigen naar links en dan via de velden weer terug in Kimmeridge komen. We zouden op tijd terug zijn om nog wat in de tuin te lezen van de B&B waar we logeerden. Maar het was te heet, de zon brandde en ik zei: 'Waarom zouden we dit doen? Laten we onze krachten sparen en er een echte rustdag van maken, dat hebben we onszelf beloofd. En hopen, duimen dat het zaterdag, als het echt de "halve finale" is, minder warm is.' Wilma maakte zich ook al zorgen over zaterdag: 'We moeten wel voldoende water mee hoor, die dag, en vroeg gaan lopen, zodat we voor de middag al een flink stuk achter de rug hebben. Als het heet wordt. Zoals nu. En hopen dat we er dan een windje bij hebben.'*
We liepen terug naar de Clavell Tower om weer naar beneden te gaan. Maar niet meteen. Het hekje dat toegang gaf tot het paadje naar de folly was afgesloten met een ketting en een slot. Maar ergens had je in de ketting twee schakels met een keep, die je als je ze kruiselings tegenover elkaar bracht uit elkaar kon schuiven. Zo op slot zat het hekje dus niet. Gauw liepen we naar het torentje... er was niemand nu, misschien wel camera's die ons in de gaten hielden... om van dichtbij foto's te maken, ook van de andere kant waar je normaal niet bij kon komen. 'Private property' stond er op het bordje. Het zou wat. Dit was toch zeker wel van een stichting inmiddels? Zo, nog een foto van de trap die naar de rondgang met pilaren leidde... kijk eens hoe ingenieus die treden aan elkaar zitten, echt minimaal, prachtig!... en terug naar het hekje, de schakels weer in elkaar en weg hier, de trap omlaag. En naar de B&B, om lekker in de tuin in de schaduw een boek te gaan zitten lezen. Zoals de bedoeling was.
Dat was allemaal eergisteren, toen we ook nog bij de ranger langs geweest waren, bij zijn hut met de rode vlag onder aan de baai. Hoe het vrijdagmiddag zou gaan, als we de 'kwartfinale' zouden lopen, die over het terrein van de Lulworth Ranges voerde. Dat zijn de schietbanen tussen Lulworth en Kimmeridge. Van maandag tot vrijdag wordt daar geschoten. Vrijdag houden ze om halfeen op, dan begint het weekend voor de soldaten, maar dan gaat om halfvijf pas het hek open en mag je er als wandelaar door, zodat je dat stuk kustpad kan lopen. Het is volgens de borden 6 en een kwart mijl, dus 10 kilometer, dat moet te doen zijn als je op tijd aan de kant van Lulworth bent om daar te vertrekken. Onze vraag aan de ranger was of het hek misschien wat eerder openging dan op de site van gov.uk vermeld stond. Dat was zo, soms al om halfdrie. Ze kijken na halfeen eerst het pad na of er geen onontplofte projectielen liggen en dan gooien ze het hek open. Dat was mooi, dan konden we eerder beginnen. De ranger had zelf ook een dochter die het South West Coast Path liep, dus hij snapte dat we dat stuk niet over konden slaan. We zouden morgen** op tijd de bus naar Lulworth nemen, om op tijd bij het hek te staan.
Maar nu was het zaterdag en de dag van de halve finale, zoals we het een-na-laatste traject van het South West Coast Path noemden. We waren toch niet heel vroeg gaan lopen, zoals de bedoeling was, want aan de ontbijttafel was het heel gezellig geweest met de overige gasten. Annette, onze gastvrouw, had twee lunchpakketjes klaargelegd, keurig op een dienblad op de stoel in de hal. Sandwiches en appels en lekkere mueslirepen en twee flesjes water. In onze rugzakken hadden we allebei ook nog twee flessen water. En in de ochtend hadden we al thee gedronken op de kamer en bij het ontbijt nog orange juice en koffie. De vochtbalans was goed op peil.
De 224 treden van St Aldhelm's Head. |
Om bij het pad te komen, het dorp uit, was al een mijl (ruim anderhalve kilometer). Dat had je meestal, zo'n aanloopstukje, altijd ontspannen. De trap moesten we ook weer omhoog bij de Chavell Tower en dan begon het. Lekkere rechte stukken over het klif, met een heel klein beetje wind. Hier konden we meters maken, tot het moeilijker werd en de meters meer tijd gingen kosten, als je trappen kreeg of andersoortige klimmetjes. Die kwamen er wel, bij Houns-tout Cliff en de 224 treden van St Aldhelm's Head, maar verder was het vooral een duurloop in de hitte, met helemaal niets onderweg, geen tentje waar je even kon gaan zitten, iets koels drinken of een ijsje, niets.
Het was heet en het ging maar door, dat pad. We kwamen wel mensen tegen, maar die kwamen dan van een zijpad waar op het eind een parkeerplaats was. Dat zag je aan de platte schoenen die ze droegen. Het was zaterdag, veel dagjesmensen die van opzij even bij de kust gingen kijken, bij een steengroeve onderweg liepen er ook veel. Maar geen wandelaars die ons tegemoetkwamen vanaf het eindpunt. Als je vroeg of Swanage al in zicht kwam, keken ze je vreemd aan. Ook op de houten wegwijzers van het South West Coast Path was de plaatsnaam nergens te bekennen.
Anvil Point Lighthouse. |
Hier en daar was gelukkig wel een bankje, om te rusten of even wat te eten, een mooie vallei met schaapjes waar we doorheen gingen, prachtig mooi. Hier waren de paden en wegwijzerborden ook opgeknapt, dat zag je. Maar verder was het lopen en nog eens lopen. Tot heel, heel in de verte er een stipje, en puntje van de vuurtoren in zicht kwam, die van Anvil Point. En heel bijzonder, want voor het eerst, een bord met Swanage, nog 1 mijl.
* Deze mooie volzinnen zullen misschien iets anders geklonken hebben, maar dit was wel ongeveer het gesprek dat we hadden.
** Eergisteren is donderdag 10 juli.
*** Vrijdag 11 juli.