vrijdag 23 december 2011

Kleed


Zorro heeft een kleed. Nu is hij de koning te rijk. Hij heeft nog wat dagen gewacht met erop te gaan. Maar nu durft hij, alleen als ik er ook op ga. Voorzichtig. Liever verschanst hij zich in zijn privéverblijven langszij. Verschillende dozen en een vachtje om op te melken. In de dozen allerhande speeltjes, door de jaren heen verzameld: balletjes in verschillende kleuren, proppen papier, uitgedroogde sinaasappelschillen – kun je lekker tegenaan slaan –, een oude tandenborstel, een verdroogde spruit. Op het vachtje diep verstopt een kastanje. De mooiste verzameling die ik ken, die van Zorro. De ziel van Zorro.


Hij zit er graag op de uitkijk, in die dozen, in een van de vele skyboxen die hij beheert, om over het veld uit te kijken, een veld van wol. En waag het niet als muis om het veld over te steken.

Als Beer dat eens wist, dat je zo'n mooi kleed hebt, Zorro... Hoe zou die het gevonden hebben? Languit. Languit zou hij erop zijn gaan liggen, met zijn lange lichaam, armpjes over elkaar. Handje-handje zouden jullie doen, op jullie kleed, de poten in de lucht tegen elkaar, langdurig high-fiven, en dan, als het lang genoeg geduurd had, die handjes in de lucht, gingen jullie vechten, spelen, en waren er overal plukken haar. Beer ziet jou wel, kleine Zorro, maar jij hem niet. Kijk, daar heel hoog achter de wolken, kijkt hij naar beneden, uit de kattenhemel. Kijk, daar! Hij zit zich te vervelen. Want liever had hij met je gespeeld, op je mooie nieuwe kleed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten