vrijdag 21 november 2025

Straks wonen er andere mensen

Je moet eerst vallen, veel vallen, ook al ben je al heel oud en loop je achter een rollator, iedere keer weer vallen. Pas dan, of ook dan nog niet, kom je heel misschien in aanmerking om uit je huis te mogen. Maar het doel is de mensen daar zo lang mogelijk te laten wonen, in hun eigen vertrouwde omgeving. Dat laatste klinkt als een cadans, heb je vaker gehoord.

En als je valt, moet je wel goed vallen, op de goede manier, zodat je het nog na kan vertellen, maar of je in aanmerking komt, daar bestaan regelingen voor, want we kunnen natuurlijk niet allemaal ons huis uit en in een tehuis, omdat we de meeste zorginstellingen hebben afgebroken of een andere bestemming hebben gegeven. Eerst moet je nog een keer vallen en kom je in uitgebreide en maandenlange wondzorgtrajecten terecht, met dito antibioticakuren, en mag je nog een keer vallen, en nog eens en weer, en dan krijg je een indicatie, misschien, maar nog niet de echte, en kom je op een lijst, of toch niet en dan misschien weer wel, wordt het een vier of wordt het een zes, nee, nog niet de zes, want nee, wij geven die niet af, dat moeten zij doen, de instantie, de instantie die de indicaties afgeeft. Wij doen dat niet. Maar ze kan dit nog zelf en dat nog zelf en zelf nog de maaltijd in de magnetron zetten, en er weer uit halen na zeven minuten op zevenhonderd watt. En die eenzaamheid, och die eenzaamheid, lossen wij ook voor je op, daar hebben wij mensen voor, die als beroep hebben om bij je langs te komen, daar worden ze voor betaald. Of je hebt nog de dominee, de wijkdominee, die zo heel dichtbij woont, in de wijk, het woord zegt het eigenlijk al, maar tegelijkertijd ook zo ver weg. Want hij heeft zich goed verstopt, diep in zijn huis, aan het einde van de straat. Ach, dominees. Ja, je kan wel honderd jaar worden in je eigen huis. Met al die hulp.

Maar het is gelukt. Eerst vader, toen moeder. Ze zitten niet meer op hun oude plek. Waardoor het huis, ons ouderlijk huis, onbewoond raakte. Het stond een tijdje leeg, nog wel met alle meubels erin maar zonder mensen. Je rook dat er iemand gewoond had – geur is de laatste getuige –, maar verder was het zielloos. Zoals je dat noemt. Je kon erheen, je kon er koffiezetten, maar er zat niemand aan tafel om mee te praten terwijl je je koffie opdronk. Je kon de deur naar de plaats openzetten, in het zonnetje gaan zitten en de planten en struiken een beetje kortwieken en nog wat water geven. Je verbazen over die hele grote struik die alweer aan het bloeien was. Je kon een praatje maken met de buren. 'Hoe gaat het met je moeder?' 'Hoe is het eigenlijk met je vader? 't Zelfde?' 'Doe je ze de groeten?' Een praatje waarbij iedereen wist: terug komen ze niet. Je keek nog eens naar dat iconische uitzicht aan de voorkant, met die kerk bij zee. Waarvan je moeder nog wist te vertellen dat in haar jeugd de banken nieuw waren geweest. Hagelnieuw. Dat interieur waarvan wij dachten dat het uit de middeleeuwen kwam. Zo zag het eruit, met al die ornamenten, maar zo oud was dat dus helemaal niet. Knap gedaan.

Het bed dat in de woonkamer gestaan had, ging weg. Een kastje ging mee. Een tafeltje met een blad van zes tegels, twee maal drie. Oud-Hollandse tegels. Er kwam een tafel van zolder voor in het tehuis. Het paste er beter. Het perzisch kleed van de tafel in de woonkamer ging mee om erop te leggen. Er ging een fauteuil mee. De televisie. Schilderijtjes, foto's. De stoel met leuningen die achter de tafel in de woonkamer gestaan had, waarin ze altijd zat, ging gelijk al mee. Zo zonder stoel met leuningen en perzisch kleed, was de tafel kaal.

In oktober hadden we er het gesprek met de makelaar. Er stonden nog drie stoelen om de tafel. Nu ging het gebeuren. Een geschiedenis van vijftig jaar. Straks is het allemaal voorbij, wonen er andere mensen.

2 opmerkingen:

  1. Stárekte Neef, ik heb nog een hele fotoreportage gemaakt van het volle èn het lege huis. Kijk er af en toe nog naar, niet verdrietig, maar beslist weemoedig. Mijn 'auwetjies' waren al gaan hemelen. Toch ârs.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, onze welvaartsstaat... hopelijk levert het Leidse onderkomen haar nog veel plezier op!

    BeantwoordenVerwijderen