maandag 22 juni 2020

Een wagentje op strand met een hoge ketel

Het wagentje met de hoge ketel, met voor de ketel onder de schoorsteen het bijeen-
gesprokkelde hout van het strand om de ketel te stoken. Foto's: Koos Dubbeldam.

Ik heb daar een keer over geschreven, over een wagentje op strand met een hoge ketel met een vuur eronder. Het was aan het einde van de zomer. Ze kookten water in die ketel, ik denk zeewater, en daar gingen dan de versgevangen garnalen in. Zo uit zee. De mensen kwamen met emmertjes en pannen om ze te kopen. Net als wij. En dan gingen we ze thuis pellen op een krant. Dat was de herinnering.

Het 'horren' (zeven) van de garnalen door Jan Jonker. Foto: Koos Dubbeldam.

In het DunaAtelier hield ik er een praatje over en ik had Jaap Jonker gevraagd om een foto van dat karretje met die ketel erop. Het karretje met de ketel was van zijn vader of opa. In mijn jeugdige verbeelding was die heel hoog, die ketel. Hoe klein zal ik geweest zijn? Er was geen foto van.
Onlangs, in de week dat het woordenboek verscheen, herinnerde Jaap zich mijn vraag en meldde dat er in de tussentijd foto's via de Facebookgroep Nostalgisch Katwijk tevoorschijn waren gekomen. Altijd fijn als mensen hun foto's, en daarmee gemeenschappelijke herinneringen, delen. Deze had ik gemist. Maar nu zijn ze er. Dat is met alles zo: als je maar lang genoeg wacht, komt het vanzelf bovendrijven. Hier is het wagentje met de hoge ketel. Maar ook foto's van hoe de garnalen met een kar met paard ervoor langs de deuren werden uitgevent. Door de opa van Jaap. Jaren zestig in Katwijk. Heerlijke plaatjes. Een weegschaal met gewichten. Ze keken niet op een garnaaltje meer of minder.

Foto: Koos Dubbeldam.

Het uitventen van de garnalen door opa Jaap Jonker. Foto: Koos Dubbeldam.

De familie Jonker had ook ezels en pony's op het strand, een karretje op luchtbanden met een paardje ervoor waarmee ritjes gemaakt konden worden en een boot waarmee je naar de Deiningmeter kon varen, een witte boot met vlaggetjes. In de winter lag die geparkeerd in het Duinpad, tot de volgende zomer. Jaap vertelt dat ze met die pony's, dat karretje en de boot (met een loopplank vanaf het strand; waar we als kinderen vanaf doken) steeds een plekje verder verhuisden als de stroom badgasten opdroogde. Zo kon het gebeuren dat je met de boot een paar honderd meter verder terug op het strand kwam dan waar je was opgestapt.

Het karretje met het paardje ervoor.

De zwart-witfoto's zijn uit 1966.

2 opmerkingen:

  1. Een leuk verhaal. Ja, die ritjes met dat paard weet ik nog. En ook met de boot naar de Deiningmeter. Dat is trouwens wel een van de grootste mysteries uit mijn jeugd: het plotselinge verdwijnen van de Deiningmeter. Waar is die gebleven? Ligt 'ie nog gewoon daar op de zeebodem? Of zijn de onderdelen van die meter weggespoeld. Is er weleens naar gedoken? Spannend. Daar zit een spannende verhalenserie in: Het Geheim van de Deiningmeter!

    BeantwoordenVerwijderen