zaterdag 1 juni 2013

Bellen in 1915

Naamlijst voor den telefoondienst, 1915.
Thuis heb ik nog een telefoonboek uit 1915. Het is een facsimile uit 1995.* Het op grauw papier gedrukte werk behoort tot de juwelen van mijn boekenkast en ik mag er graag in bladeren. Alle telefoonnummers die er toen waren, staan erin. Op 758 niet al te grote pagina's van 26 x 18 cm. Alle telefoonnummers... dat waren er toen 75.000. De namen waarbij ze horen, zijn keurig op alfabet gerangschikt, net zoals dat met de plaatsnamen het geval is.

'Katwijk', op pagina 447.
Een duidelijker, uitgetikt overzicht is hier te vinden.
Nog niet te lezen? Downloaden en dan naast het bericht bekijken helpt zeker!

Na Kamperland, Kapelle (op Zuid-Beveland) en Kats, een gehucht in het zuidoosten van Noord-Beveland, alle op pagina 446, volgt op pagina 447 Katwijk, met alle nummers van het dorp op nog niet eens één bladzijde bij elkaar. Want onderaan is nog ruimte voor het gehucht Kekerdom (bij Millingen aan de Rijn). Voor Katwijk tel ik 69 nummers, met voor Katwijkers ook nu nog bekende namen van personen en bedrijven uit Katwijk aan den Rijn, Katwijk aan Zee, Rijnsburg en Valkenburg. Dat zijn de gemeenten die onder het 'locaal telefoonnet' vallen.
Niet veel mensen hadden telefoon in 1915. Alleen degenen die handel dreven of op een andere manier aan de weg timmerden en de officiële instanties hadden een toestel. De verbinding met dat toestel kwam tot stand via de telefonistes van het Rijkstelefoonkantoor. Dat kon op werkdagen van 8 uur 's ochtends tot 9 uur 's avonds, en op zon- en feestdagen 's ochtends van 8 tot 9 uur en 's middags van 1 tot 2 uur. De rest van de dag kon je niet bellen of gebeld worden. Mensen zonder telefoon, dat waren de meesten, belden via de telefooncel naar de telefooncentrale. De 'openbare spreekcellen' waren gevestigd in het Post- en Telegraafkantoor te Katwijk aan Zee (dat was in de Voorstraat, waar nu een meubelzaak van Haasnoot zit) en in het Centraalbureel van het orale telefoonnet (waar dat zat, weet ik niet).
In Katwijk zijn het in die tijd vooral de rederijen en vishandels die een telefoon hebben: Dijkdrenth (met telefoonnummer 69), Dubbeldam (met nummer 63), Van Duijn (64), Van Duijvenbode (10), drie Den Dulken (38, 36, 14) en één Den Dulk Jaspersz. (52), vier visbedrijven met de naam Haasnoot (18, 16, 9, 51), waaronder een 'meester kuiper', rederij Meerburg (33), twee bedrijven met de naam Ouwehand (34, 19), een Parlevliet die alleen reder is en vis verkoopt (20), en een Parlevliet die behalve in vis ook in kaas handelt (32). De laatste in de tweede kolom die iets met vis heeft, is Jacob Pronk: naast zijn handel in haring runt hij Pension Lilly. Daarvoor bel je met nummer 5. In de derde kolom komen we alleen nog rederij 'Katwijk aan Zee' tegen, een naamloze vennootschap die in de Oude Kerk is gehuisvest. Na de bouw van de Nieuwe Kerk aan de Voorstraat fungeerde het bekende witte kerkje aan zee van 1890 tot 1920 als rederij, met telefoonnummer 17. Belangrijk voor de visserij is natuurlijk ook telefoonnummer 12 van scheepsbouwer Taat, al is de tijd van de bomschuiten die vanaf de werf aan de Voorstraat naar het strand werden gerold in 1915 wel voorgoed voorbij.
De toeristen die de kustplaats bezochten, konden behalve in Pension Lilly ook in Villa Gertrude (42) terecht of in Hôtel de Zwaan (41) of Hôtel du Rin (25), waarvan A.J. Houtkamp 'prop(riétaire)' was, dat wil zeggen de eigenaar.
Het gemeentehuis heeft nummer 2. Daar wordt ook de administratie van de gasfabriek (het toenmalige energiebedrijf) bijgehouden. De gasfabriek zelf heeft nummer 27. Nummer 1 is van de Nederlandsche Tiend Maatschappij van T.A.O. en O.J. de Ridder. Zij verpachtten land. De eerste, Tieleman Albertus Otto, was meer dan veertig jaar, van 1873 tot 1914, burgemeester van Katwijk. Naar hem is het De Ridderpark genoemd. Tegenover de gasfabriek, aan de overkant van het Prins Hendrikkanaal, was de pillenfabriek van Van Dorp gevestigd, hier aangeduid als 'Chem. Laboratorium', met nummer 66. Daar werd het versterkende drankje Tonicum Katwijk gemaakt. In de derde kolom zien we dat onder hetzelfde nummer naar de 'Societeit voor Chem. Industrie' gebeld kan worden. Bij drogisterij Waterreus aan de Burgerdijkstraat werd het tonicum vast wel verkocht, maar wilde je zeker weten of ze het op voorraad hadden, dan belde je gewoon even met nummer 60. En misschien dat kunstschilder Louis Hartz (nummer 65) daar zijn verf wel betrok. Mocht het drankje van de drogist niet helpen, dan kon je altijd nog naar een van de artsen, waarvan ik er drie tel: Hueting (met nummer 3), De Ruiter Zijlker (23) en Van Walsem (45). Voor de meer verfrissende vloeistoffen was er de mineraalwaterfabriek en bierbottelarij van Pluimgraaff (13) in de Zuidstraat. Het pandje bestaat nog steeds. Ook zien we dat er in 1915 al een 'vleeschhouwer' Kleen is, met nummer 26, en wordt er al brood en koek gebakken bij Van Tongeren & Zn., te bereiken via telefoonnummer 43. Beide firma's hebben het lang uitgehouden, tot ver in de twintigste eeuw.
Eén bladzijde uit het telefoonboek laat ons het hele reilen en zeilen van een gemeenschap zien, met bakkers, groenteboeren en slagers, en voor Katwijk in het bijzonder alle bedrijvigheid rondom de visserij. We ontwaren ook nog een smid, Gesink & Zonen (67), om alle paarden die er in het dorp rondlopen van nieuwe hoefijzers te voorzien. Een rijtuig kun je huren door met Van Schie te bellen op nummer 22. Bij een andere Van Schie (met nummer 56) kun je een lapje stof kopen. Dat kan ook bij de manufacturenwinkel van De Boer (nummer 61).
Er zullen zeker wel Katwijkers geweest zijn die alle 69 nummers uit hun hoofd kenden. Nu ik ermee bezig ben, merk ik dat ik sommige nummers ook al ga onthouden.
Zo'n telefoonboek geeft een mooi tijdsbeeld. In die ene bladzijde al, zit veel geschiedenis verborgen. Zoals we zien bij bloembollenteler Van Tol (57), die zich door de veranderende oriëntatie binnen Europa, waarschijnlijk als gevolg van de Eerste Wereldoorlog, in het Engels als 'bulbgrower' aanprijst, die ook handelt in 'califlower [sic] in brine', dat is bloemkool in pekel, oftewel gezouten bloemkool.
Het is mooi dat ook de adressen erbij staan, al zullen sommige allang niet meer bestaan. Zo heeft de Boulevard zoals we die nu kennen, in 1915 nog drie namen. Het noordelijke gedeelte heette Weth. Van der Plaskade. Daar woont 'bouwkundige' Kruyt, op huisnummer 4, met telefoonnummer 24. Het middenstuk was de Van Wassenaerkade, waar dokter Van Walsem praktijk houdt, op nummer 3. Het zuidelijke gedeelte heette Van Melskade. Daar schildert kunstschilder Hartz in Villa Coby op nummer 3.



Het telefoonboek laat nog veel meer zien dan die ene bladzijde. Voor andere dorpelingen en stedelingen zijn er weer andere dorpen en steden waaraan ze hun hart kunnen ophalen. Maar iedereen kent de Amsterdamse architect H.P. Berlage, die in 1915 aan de Amsteldijk 77 woonde met telefoonnummer Z2084. Of O. ('Oscar') Carré, met zijn circus aan de Amstel 115-125. Het theater heeft nog steeds hetzelfde adres, maar niet meer het telefoonnummer N2967.


Als je in Amsterdam een telefoongesprek aanvroeg, moest je tegen de telefoniste zeggen of je met een noordelijk of zuidelijk nummer te maken had: 'Men verzuime niet bij het aanvragen van een telefoonnummer, wanneer daarvoor de letter N staat, het woord "NOORD" en wanneer daarvoor de letter Z staat, het woord "ZUID" te vermelden.'


In Rotterdam zoeken en vinden we de Holland-Amerika Lijn, waarvan het gebouw nog steeds bestaat aan de Wilhelminakade. We zien een hele reeks telefoonnummers, van 5801 tot en met 5822. De afdeling Passage heeft nummer 5803, voor Vrachtzaken uitgaand bel je nummer 5821 en voor Vrachtzaken inkomend nummer 5822.


Op het eiland Urk zit nog een ansjoviszouter met de naam Hoekman (met telefoonnummer 8).


In Makkum vinden we de bekende plateelbakkerij van de gebroeders Tichelaar, met nummer 6.


Men draait er zeker niet omheen in die tijd, want zo vinden we in Castricum onder nummer 1 'Krankzinnigengesticht "Duin en Bosch"'.

Het schijnt dat sommige telefoonnummers uit dit 'geschiedenisboek van de werkelijkheid' nog zijn terug te vinden in de tegenwoordige telefoonnummers. Dat geldt dan natuurlijk alleen als het bedrijf of de instelling na bijna een eeuw nog bestaat.

Voor wie het boek niet heeft, zijn er nijvere lieden geweest die de Naamlijst voor den telefoondienst uit 1915 helemaal hebben zitten overtikken en online hebben gezet. Voor wie verder wil lezen, zijn er genoeg recensies, zoals deze.

* Uitgegeven door De Groot Ontwerpers/Uitgevers, Utrecht.

5 opmerkingen:

  1. Hotel Hof van Marken, op Marken, heeft een oud raam, waarin telefoonnummer 1 staat vermeldt. Maar dat nummer kregen ze pas in 1920, dus dat kan nog niet in deze uitgave staan.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Grappig, dit bericht gaat tot hele onderzoeken leiden. Als je in online versie van het telefoonboek kijkt, zie je dat Marken in 1915 nog helegaar geen telefoon heeft.

      Verwijderen
    2. Klopt, Logement De Jong (zoals het hotel toen heette) was in 1920 één van de vijf adressen die in dat jaar als eersten een telefoonaansluiting kregen.

      Verwijderen
  2. wat heerlijk een rondje door `t oude Katwijk...ik zie `t allemaal voor me...terwijl ik `t niet heb meegemaakt....Jacqueline

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Leuk, dat telefoonnummer van mijn opa. Toen woonden ze nog Voorstraat 49 (later 51). Dit nummer bestaat ook allang niet meer. In 2000 opgeheven vermoed ik.

    BeantwoordenVerwijderen